Instellingen
De optimalisatiefunctie gebruiken
U kunt het apparaat zo instellen dat het automatisch wordt geoptimaliseerd wanneer uw apparaat
niet in gebruik is. Tik op → Automatische optimalisatie en tik op de schakelaar om deze functie in
te schakelen. Als u de tijd wilt instellen voor het uitvoeren van automatische optimalisatie, tikt u op
Tijd.
Batterij
Controleer de resterende batterijlading en hoe lang u het apparaat nog kunt gebruiken.
Voor apparaten die een laag batterijniveau hebben, kunt u de batterij sparen door de
energiebesparingsfuncties in te schakelen.
Tik op het scherm Instellingen op Apparaatonderhoud → Batterij.
• D e resterende gebruiksduur geeft aan wanneer de batterij leeg is. De gebruiksduur kan
verschillen afhankelijk van uw apparaatinstellingen en de gebruiksomstandigheden.
• U ontvangt mogelijk geen meldingen van sommige apps die de energiebesparende
stand gebruiken.
Energiestand
Selecteer de energiestand die past bij uw apparaatgebruik.
Tik op Energiestand en selecteer een optie.
• G eoptimaliseerd: geoptimaliseerd voor een balans tussen apparaatprestaties en
batterijgebruik.
• G emidd. energiebespar.: de spaarstand inschakelen om de gebruiksduur van de batterij te
verlengen.
• M ax. energiebesparing: in de maximale spaarstand is het batterijverbruik van het apparaat
minder dankzij inschakeling van de nachtstand en beperking van de beschikbare apps
en functies. Netwerkverbindingen, met uitzondering van het mobiele netwerk, worden
uitgeschakeld.
Batterijgebruik voor elke app beheren
U kunt de batterij sparen door te voorkomen dat apps die op de achtergrond worden uitgevoerd,
batterijlading gebruiken wanneer ze niet worden gebruikt. Selecteer apps in de app-lijst en tik op de
schakelaar App in sluimerstand om de functie in te schakelen.
162