Instellingen
3
Zoek op het scherm van het andere apparaat naar uw apparaat in de lijst met Wi-Fi-netwerken
en selecteer het.
• A ls de mobiele hotspot niet wordt gevonden, tikt u op uw apparaat op → Mobiele
hotspot configureren en schakelt u Mijn apparaat verbergen uit.
• A ls het andere apparaat geen verbinding kan maken met de mobiele hotspot, tikt u op
uw apparaat op → Toegestane apparaten. Tik vervolgens op de schakelaar Alleen
toegestane apparaten om deze functie uit te schakelen.
4
Gebruik op het aangesloten apparaat de mobiele gegevensverbinding van uw apparaat om
verbinding te maken met internet.
Meer verbindingsinstellingen
Instellingen aanpassen om andere verbindingsfuncties aan te sturen.
Tik op het scherm Instellingen op Verbindingen → Meer verbindingsinstellingen.
• A pparaten in de buurt: instellen dat het apparaat zoekt naar apparaten in de buurt waarmee
verbinding kan worden gemaakt.
• A fdrukken: hier kunt u instellingen configureren voor printerinvoegtoepassingen die zijn
geïnstalleerd op het apparaat. U kunt beschikbare printers zoeken of handmatig een printer
toevoegen om bestanden af te drukken. Raadpleeg
• V PN: stel een VPN (virtueel privénetwerk) in op uw apparaat om verbinding te maken met het
privénetwerk van een school of bedrijf.
• P rivé-DNS: stel het apparaat in op het gebruik van de qua beveiliging verbeterde privé-DNS.
Afdrukken
voor meer informatie.
131