18
Tekst schrijven
Schakelen tussen de numerieke en alfanumerieke modus
Druk herhaaldelijk op de functietoets tot het symbool van de gewenste invoermethode
wordt weergegeven.
Numerieke modus vergrendelen
Druk tweemaal op de functietoets. Druk op de functietoets om terug te keren naar de
normale modus.
Schakelen tussen hoofdletters en kleine letters
Druk op de Shift-toets.
Cijfers of tekens invoegen die rechtsboven op toetsen staan afgedrukt
Houd de desbetreffende toets ingedrukt.
Een teken wissen
Selecteer Wissen. U kunt ook op de Backspace-toets drukken
.
Een speciaal teken of symbool toevoegen
Druk op de symbooltoets en selecteer het gewenste symbool. Druk nogmaals op de
symbooltoets als u meer symbolen wilt weergeven.
Een nieuwe regel invoegen
Druk op de Enter-toets.
Een spatie invoegen
Druk op de spatietoets.
Tekst kopiëren of knippen
Houd de Shift-toets ingedrukt en blader om een woord, fragment of tekstsectie te
markeren. Houd de Ctrl-toets ingedrukt en druk vervolgens op C (kopiëren) of X
(knippen).
Tekst plakken
Ga naar de gewenste locatie, houd de Ctrl-toets ingedrukt en druk op V.
Tekstinvoer met tekstvoorspelling
Tekstinvoer met tekstvoorspelling is gebaseerd op een ingebouwd woordenboek. Niet
alle talen worden ondersteund.
Tekstinvoer met tekstvoorspelling activeren of uitschakelen
Selecteer
Opties
Voorspellingsinstell.
Aan
of Uit.
>
>