7 Onderhoud
6.2 Gewenste aanvoertemperatuur
in het CV-bedrijf bij
het gebruik van een
systeemthermostaat instellen
De werkelijke aanvoertemperatuur wordt
automatisch door de systeemthermostaat
ingesteld (informatie hierover vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de systeemther-
mostaat).
6.3 Kamerthermostaat of
weersafhankelijke thermostaat
instellen
1
▶
Stel de kamerthermostaat of de weers-
afhankelijke thermostaat (1) en de ther-
mostatische radiatorkranen (2) volgens
de betreffende handleidingen van dit
toebehoren in.
7 Onderhoud
7.1 Controleren en onderhouden
door de gebruiker
7.1.1 Eisen aan de opstellingsplaats
in acht nemen
De standplaats moet droog en altijd vorst-
vrij zijn.
Er mogen achteraf geen veranderingen
aan de constructie uitgevoerd worden die
een vermindering van het ruimtevolume of
een wijziging van de temperatuur aan de
opstellingsplaats tot gevolg hebben.
20
2
7.1.2 Product onderhouden
Opgelet!
Risico op materiële schade
door ongeschikte reinigings-
middelen!
▶
Gebruik geen sprays, geen
schuurmiddelen, afwasmid-
delen, oplosmiddel- of chloor-
houdende reinigingsmiddelen.
▶
Reinig de mantel met een vochtige
doek en een beetje oplosmiddelvrije
zeep.
7.1.3 Installatiedruk controleren
Opgelet!
Gevaar voor beschadiging
door lekkend water!
Bij ondichtheden kan water lek-
ken en tot beschadigingen lei-
den.
▶
Sluit de koudwaterstopkraan.
Vraag evt. aan uw installateur
waar hij de koudwaterstop-
kraan gemonteerd heeft.
▶
Schakel de warmtepomp uit.
▶
Trek de netstekker van de
warmtepomp en van de lucht-
/brijncollector uit.
▶
Laat ondichtheden door uw
installateur repareren.
Opgelet!
Beschadigingsgevaar door
sterk kalkhoudend of sterk
corrosief of met chemicaliën
vervuild leidingwater!
Door ongeschikt leidingwater
kan het tot schade aan afdich-
tingen en membranen, tot het
dichtlopen van componenten in
toestel en installatie waar water
doorstroomt en tot geluiden bij
het CV-bedrijf komen.
Gebruiksaanwijzing geoTHERM 0020130860_02