Netwerkinstellingen handmatig configureren
Instellingen netwerkconfiguratie wijzigen
1.
Klik op het pictogram Netwerk om de functie Netwerk te openen.
2.
Klik op
Netwerkinstellingen wijzigen om handmatig instellingen te configureren die van
toepassing zijn op alle netwerkinterfaces.
3.
Om handmatig statische IP-adressen in te stellen, schakelt u Automatisch DNS, WINS en alle
IP-adressen (DHCP) configureren uit.
DNS-servers: voer de IP-adressen van de DNS-servers in (Domain Name System). DNS wordt
gebruikt bij het omzetten van de domeinnaam naar IP-adressen.
WINS-servers: voer de IP-adressen van de WINS-server in.
4.
U gebruikt de Koppelingsmodus als u twee of meer netwerkinterfaces op uw px4-300r wilt
koppelen. De standaardinstelling is Adaptieve taakverdeling. Zie
koppelen
voor meer informatie over koppelingsmodi.
5.
Als u uw px4-300r met een proxyserver wilt verbinden, schakelt u Proxy-instellingen gebruiken
in en voert u het poortnummer en het IP-adres van de proxy en de gebruikersnaam en het
wachtwoord voor de proxy in.
6.
Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
7.
Om een statisch IP-adres in te stellen, vouwt u het gedeelte Netwerkinterface uit en schakelt u
Netwerkadres automatisch ophalen (DHCP) uit.
Als dit vakje is geselecteerd en er geen DHCP-server beschikbaar is op het netwerk, zal het
apparaat automatisch een IP-adres toewijzen binnen het bereik 169.254.x.x.
8.
Stel de volgende opties in om een statisch IP-adres toe te wijzen voor de geselecteerde
netwerkinterface:
IP-adres: het statische IP-adres voor de px4-300r. Gebruik een beschikbaar IP-adres in het
●
bereik dat door het LAN wordt gebruikt.
Subnetmasker: het subnetmasker waartoe het IP-adres behoort. De standaardwaarde is
●
255.255.255.0.
Gateway: voer het IP-adres van de gateway in dit veld in.
●
9.
Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
Aanvullende opties voor netwerkconfiguratie
Meer informatie over het toevoegen van een netwerkinterfacekaart aan een VLAN (virtueel LAN) vindt u in
VLAN-instellingen.
Meer informatie over het koppelen van meerdere netwerkinterfacekaarten vindt u in
Netwerkinterfacekaarten
koppelen.
Opties apparaatconfiguratie
Netwerkinterfacekaarten
Netwerkinstellingen
17