nl Plaatsen en aansluiten
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via
■
een volgens de voorschriften
aangebracht, randgeaard
stopcontact op 220 V tot 240 V
en 50 Hz of 60 Hz aansluiten. Zie
het typeplaatje 9: voor de vereiste
zekering.
Het stopcontact moet zich in de
■
buurt van het apparaat bevinden en
ook na het inbouwen goed
bereikbaar zijn.
Als de stekker na het inbouwen niet
gemakkelijk bereikbaar is, dan moet
er volgens
de veiligheidsvoorschriften
een meerpolige scheidingsinstallatie
met een contactopening
van minimaal 3 mm aanwezig zijn.
Veranderingen in de aansluiting
■
mogen alleen door een vakkundig
monteur worden uitgevoerd.
Een verlenging van de elektrische
■
aansluitkabel mag alleen door
de Servicedienst geleverd worden.
Bij gebruik
■
van een aardlekschakelaar mag
alleen een type met het teken ‚
geïnstalleerd worden. Alleen deze
voldoet aan de nu geldende
voorwaarden.
Het apparaat is voorzien
■
van een waterbeveiligingssysteem.
Let op: het functioneert alleen als
het apparaat op de stroom is
aangesloten.
52
Demontage
Neem ook hier de volgorde
van de handelingen in acht:
Haal de stekker van het toestel uit
1.
het stopcontact.
Kraan dichtdraaien.
2.
Afvoer- en drinkwateraansluiting
3.
losmaken.
Bevestigingsschroeven van de
4.
meubeldelen losdraaien.
De plint – indien aanwezig –
5.
demonteren.
Apparaat eruit halen
6.
en daarbij de slang voorzichtig naar
voren trekken.