Productinformatie
Instel. > Onderhoud
Aanpassing afdrukkwaliteit:
Selecteer deze functie als er problemen zijn met uw afdrukken. U kunt controleren of er
spuitkanaaltjes verstopt zijn, en indien nodig de printkop reinigen. Vervolgens kunt u enkele
parameters aanpassen om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
PrintkopControle spuitm.:
Selecteer deze functie om te controleren of de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn. De
printer drukt een spuitkanaaltjespatroon af.
Printkop reinigen:
Selecteer deze functie om verstopte spuitkanaaltjes in de printkop te reinigen.
Printkop uitlijnen:
Uitl. lijn regelafst.:
Selecteer deze functie om verticale lijnen uit te lijnen.
Horizontale uitlijning:
Selecteer deze functie als zich op uw afdrukken op regelmatige afstand horizontale strepen
bevinden.
Vervangen patronen:
Gebruik deze functie om de inktcartridge te vervangen voordat de inkt op is.
Papiergeleider reinigen:
Selecteer deze functie als zich op de interne rollen inktvlekken bevinden. De printer voert papier in
om de interne rollen te reinigen.
Gerelateerde informatie
"De printkop controleren en reinigen" op pagina 74
&
"Cartridges vervangen" op pagina 118
&
"De printkop uitlijnen" op pagina 75
&
Statusv.afdrukk.
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Statusv.afdrukk.
Statusblad configuratie:
Hiermee drukt u informatiebladen af met de actuele status en instellingen van de printer.
Statusblad voorraad:
Hiermee drukt u informatiebladen af met de status van de verbruiksaccessoires.
>
Overzicht instellingenmenu
>
Statusv.afdrukk.
165