Installatie
De droger kan met een vaste aansluiting of met een stekkersysteem volgens IEC 60309-1
worden aangesloten. Bij een vaste aansluiting moet het apparaat ter plaatse een voorzie-
ning hebben, waarmee het met alle polen van de netspanning kan worden losgekoppeld.
De contactopening in uitgeschakelde toestand moet bij deze schakelaars minimaal 3 mm
bedragen. Daartoe behoren bijvoorbeeld installatieautomaten, zekeringen en relais
(IEC/EN 60947).
Het scheidingssysteem (inclusief de stekker) moet zijn beveiligd tegen onbedoeld en onbe-
voegd inschakelen als de permanente onderbreking van de energietoevoer niet te allen tij-
de kan worden bewaakt.
Tip: Sluit de droger bij voorkeur via een stekkersysteem aan. Elektrische veiligheidscontro-
les kunnen dan eenvoudiger worden uitgevoerd (bijvoorbeeld tijdens onderhoud en repara-
ties).
Het is niet toegestaan installaties te gebruiken die de droger automatisch uitschakelen
(zoals schakelklokken).
Nadat de elektrische aansluiting is gemaakt, moet de draairichting van het ventilatorwiel
worden gecontroleerd. Deze moet met de klok mee draaien. Als het ventilatorwiel tegen de
klok in draait, moeten er twee fasen op de stroomaansluiting worden verwisseld.
Is volgens de plaatselijke voorschriften een aardlekschakelaar (RCD) vereist, dan moet
een aardlekschakelaar van het type B worden gebruikt (geschikt voor alle stroomsoorten).
Luchttoevoer/luchtafvoer
De droger mag alleen worden gebruikt als er een luchtafvoerleiding is aangesloten en de
ruimte voldoende wordt geventileerd (zie installatiehandleiding).
Stoomaansluiting (alleen voor varianten met stoomverwarming)
De stoomaansluiting mag alleen door een erkend installateur worden gerealiseerd. Neem
bijgevoegde installatiehandleiding in acht. Deze is belangrijk voor de stoomaansluiting.
Heetwateraansluiting (alleen voor varianten met heetwaterverwarming)
De heetwateraansluiting mag alleen door een erkend installateur worden gerealiseerd.
Neem de installatiehandleiding in acht. Deze is belangrijk voor de heetwateraansluiting.
Als een afsluitkraan nodig is, moet deze ter plaatse worden geïnstalleerd.
Gasaansluiting (alleen voor varianten met gasverwarming)
De gasaansluiting mag alleen door een erkende installateur met inachtneming van de land-
specifieke voorschriften worden uitgevoerd (zie installatiehandleiding).
Vanwege een onvoldoende debiet is het gebruik van een gasaansluiting voor het aangege-
ven verwarmingsvermogen niet toegestaan.
De gasverwarming is af fabriek afgesteld overeenkomstig de gastechnische gegevens op
de sticker op de achterzijde van het apparaat.
Als de gasfamilie wordt gewijzigd, moet een ombouwset worden aangevraagd bij Miele
(specificeer machinetype, machinenummer, gasfamilie, gasgroep, gasaansluitdruk en land
van installatie). Lees de installatiehandleiding. Deze omschakeling mag alleen worden uit-
gevoerd door een erkende specialist.
32