... Gebruikswijzen
A
Plaats de vormen op het rooster.
A
Schuif de «afschuining» van de originele koekplaat altijd volledig tot de
achterwand van de kookruimte.
Gebruik
Voor gebak, koekjes, brood en
braadvlees.
Gebruik voor een knapperig
resultaat een donker
geëmailleerde plaat of een vorm
van dun plaatstaal.
Voor gratin, ovenschotels,
braadvlees, brood en gistgebak.
Intensief bakken van gebaksbo-
dems en steriliseren.
Gebruik voor een knapperig
resultaat een donker
geëmailleerde plaat of een vorm
van dun plaatstaal.
Voor gebak, koekjes, brood en
braadvlees
op 2 of 3 niveaus.
Kies een temperatuur die
ca. 20 °C lager is dan bij
De verwarming vindt
plaats via de verwarmingselemen-
ten boven en onderen.
De verwarming vindt
plaats via de verwarmingselemen-
ten boven en onderen.
De stoom die ontstaat wordt
minimaal uit de kookruimte geleid.
De vochtigheid van het gerecht
blijft behouden.
De verwarming vindt
plaats via de verwarmings-
elementen onder.
De lucht in de kookruimte wordt
door de verwarmingselementen
achter de achterwand van de
kookruimte verwarmd en
.
gelijkmatig gecirculeerd.
Verwarming
4
3
2
1
4
3
2
1
4
3
2
1
4
3
2
1
31