Inmaken
Voor inmaken bevelen wij de ovenfunc-
tie "Hetelucht D" aan.
De volgende potten zijn geschikt voor
het inmaken:
– weckpotten (bereid deze op de ge-
wone manier voor).
Bij gebruik van rubberen ringen kan
soms een onaangename rubbergeur
vrijkomen. U kunt de geurvorming
verminderen door nat keukenpapier
op de voorbereide potten in de oven
te leggen.
– glazen potten met schroefdeksel (ge-
bruik alleen potten die speciaal voor
inmaken zijn; deze zijn verkrijgbaar
bij de vakhandel).
Gebruik geen conservenblikken!
^ Schuif de braadslede op de 1
schuifhoogte in de oven en plaats
de potten/glazen er op.
Er kunnen maximaal 5 potten/glazen
tegelijk in de oven.
^ Stel de temperatuur in op
150-170 °C.
Deze temperatuur geldt totdat de in-
houd gaat borrelen (het gelijkmatig op-
stijgen van luchtbelletjes).
28
Als het vocht begint de borrelen
Verlaag de temperatuur om te voor-
komen dat de levensmiddelen over-
koken.
– Bij fruit en komkommer
^ Zet de functiekeuzeschakelaar op
"Verlichting H".
Laat de potten nog 25 tot 30 minuten in
de oven staan zodat de inhoud nog
even kan doorkoken.
– Bij groente
^ Verlaag de temperatuur tot 100 °C.
Laat de groente verder koken:
asperges, worteltjes. . . 60 – 90 minuten
erwten . . . . . . . . . . . . 90 – 120 minuten
^ Zet de functiekeuzeschakelaar op
e
in-
"Verlichting H".
Laat de potten nog 25 tot 30 minuten in
de oven staan zodat de inhoud nog
even kan doorkoken.
Na het inmaken
Haal de potten/glazen uit de oven, leg
er een doek overheen en laat ze ca. 24
uur op een tochtvrije plaats staan.
Verwijder de klemmen en controleer of
alle potten/glazen goed gesloten zijn.