4
Aansluiting voor luchtafvoer
Op de uitblaastuit van de motor dient een
afvoerkanaal met een minimale inwendige
diameter van 150mm aangesloten te
worden.
Voor een perfecte afdichting is het
noodzakelijk de verbinding tussen het
afvoerkanaal en de uitblaastuit af te
dichten met tape en/ of een slangklem.
Let op:
Door een onjuiste aansluiting van een
afzuigkap ontstaat er extra luchtweerstand
waar door de afzuigcapaciteit afneemt en
de geluidsproductie zal toenemen.
Gebruik gladde kanalen met een inwendig
diameter gelijk aan de uitwendige diameter
van de uitblaastuit van de afzuigkap.
Vermijdt vernauwingen en haakse bochten,
maar maak gebruik van afgeronde bochten
voor een goede luchtgeleiding.
Het gebruik van flexibele afvoerslang dient
tot een minimum te worden beperkt en
uitsluitend toegepast te worden voor het
maken van kleine overbruggingen,
bijvoorbeeld als verbinding tussen de
uitblaastuit en het afvoerkanaal. De
flexibele slang dient volledig uitgetrokken
en zo recht mogelijk te worden
aangebracht.
Toepassing van platte kanalen met een te
gering netto doorstromingsoppervlak is ten
zeerste af te raden.
Controleer bestaande kanalen op diameter,
vernauwingen en of deze niet in verbinding
staan met andere kanalen of ruimten.
Let op:
Nooit aansluiten op een
rookgasafvoerkanaal.
Maak gebruik van een dakdoorvoer
(dubbelwandig ter voorkoming van
condensvorming) met voldoende doorlaat.
Bij afvoer via de buitengevel, via een
spouwmuur, dient er op gelet te worden
dat het afvoerkanaal de spouwmuur
volledig overbrugt en iets afloopt naar de
buitenzijde. Gebruik bij voorkeur een
dubbelwandig kanaalstuk om
condensvorming te voorkomen.
Om de opening in de buitenmuur af te
werken kan een Novy kunststof
buitenmuurrooster type MGE worden
toegepast.
Bij aansluiting op een kort afvoerkanaal
door het dak of door de muur kan het
gewenst zijn in het kanaal een
terugslagklep type TSKE150 te monteren.
Dit voorkomt windinval.
7