7 Verzorging en onderhoud
Bij de eerste ingebruikneming kan de bijvulindicator
dere afwasbeurten oplichten.
reservoir gelijkmatig is verdeeld (na ca. 10 afwasbeurten).
Globaal regenereerzoutverbruik
A = Waterhardheid van het toevoerwater
B = Aantal afwasbeurten per kg zout
0
6
A °fH
–
–
5
10
°dH
0
4
–
–
3
6
B
∞ 680 360 250 150 125 100
7.6
Spoelglansmiddel bijvullen
Doe nooit afwasmiddel in het spoelglansmiddelreservoir.
Veeg gemorst spoelglansmiddel af (gevaar voor schuimvorming en
de storingsmeldingen
A2 Waterafvoer controleren
Neem de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen van de fabri-
kant in acht.
Het spoelglansmiddel zorgt ervoor dat het laatste spoelwater (glansspoelen)
wegstroomt zonder druppels achter te laten. Het spoelglansmiddel wordt auto-
matisch gedoseerd uit het reservoir in de toesteldeur.
Als het spoelglansmiddelreservoir leeg is, brandt de bijvulindicator
de programmakeuze en aan het einde van het programma.
– Display:
54
11
16
21
–
–
–
15
20
25
7
10
13
–
–
–
9
12
14
A0 Schuimvorming?
Spoelglansmiddel bijvullen
dooft zodra de zoutconcentratie in het
26
31
36
41
–
–
–
30
35
40
50
15
17
20
23
–
–
–
16
19
22
27
85 60 45 35
).
nog tijdens meer-
51
61
71
–
–
–
–
60
70
80
28
33
39
–
–
–
–
32
38
45
28
resp.
tijdens
81
–
120
46
–
65
20