7.3.10 Temperatuur Koelen starten instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → BT koelen starten
–
Met deze functie kunt u de koelstarttemperatuur instellen.
Als de buitentemperatuur hoger is dan de ingestelde
koelstarttemperatuur, dan is het koelbedrijf mogelijk.
Koelen mogelijk activeren (→ Pagina 16)
7.3.11 Bronregeneratie activeren
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → Bronregeneratie
–
Als de functie Autom. koeling geactiveerd is, dan kunt u
de functie Bronregeneratie gebruiken.
Bij de geactiveerde functie Dagen buitenshuis plannen
schakelt de thermostaat het verwarmen en koelen uit. Als u
bijkomend de functie Bronregeneratie activeert, dan scha-
kelt de thermostaat het koelen opnieuw in zorgt deze ervoor
dat de warmte uit de woonruimte via de warmtepomp aan de
grond teruggegeven wordt.
7.3.12 Actuele kamerluchtvochtigheid aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → Act. kamerl.vocht.
–
Met deze functie kunt u de actuele kamerluchtvochtigheid
aflezen. De kamerluchtvochtigheidsvoeler is in de ther-
mostaat ingebouwd.
De functie is alleen geactiveerd als de thermostaat in de
woonruimte geïnstalleerd is.
7.3.13 Actueel dauwpunt aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → Actueel dauwpunt
–
Met deze functie kunt u het actuele dauwpunt aflezen.
Het actuele dauwpunt wordt berekend uit de actuele kamer-
temperatuur en de actuele kamerluchtvochtigheid. De waar-
den voor de berekening van het actuele dauwpunt krijgt de
thermostaat van de kamertemperatuurvoeler en de kamer-
luchtvochtigheidsvoeler.
Daarvoor moet de thermostaat in het woongedeelte gemon-
teerd en aan een zone toegewezen zijn. De thermostaat-
functie moet geactiveerd zijn.
7.3.14 Hybridemanager vastleggen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → Hybride manager
–
Met deze functie kunt u vastleggen met welke hybri-
demanager de verwarmingsinstallatie geregeld moet wor-
den.
De hybride warmtepomp werkt altijd met de functie triVAI,
daarom verschijnt de functie Hybride manager niet als lijst-
punt op het display.
triVAI: de prijsgerichte hybridemanager zoekt de warmteop-
wekker op basis van de ingestelde tarieven in verhouding tot
de energiebehoefte.
Bival.p.: de bivalentiepunthybridemanager zoekt de warmte-
opwekker op basis van de buitentemperatuur.
0020255078_00 multiMATIC Installatiehandleiding
Bedienings- en weergavefuncties 7
7.3.15 Bivalentiepunt verwarming instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → Bivalentiep. verw.
–
Als bij de functie Hybride manager het bivalentiepunt
gekozen is, dan kunt u de functie Bivalentiep. verw.
gebruiken.
Bij lage buitentemperaturen ondersteunt een extra CV-ketel
de warmtepomp bij de opwekking van de vereiste energie.
Met deze functie stelt u in, boven welke buitentemperatuur
de extra CV-ketel uitgeschakeld blijft.
7.3.16 Bivalentiepunt warm water instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → Bivalentiep. WW
–
Bij lage buitentemperaturen ondersteunt een extra CV-
ketel de warmtepomp bij de opwekking van de vereiste
energie voor de warmwaterbereiding. Met deze functie
stelt u in onder welke buitentemperatuur de extra CV-
ketel vrijgegeven is.
Onafhankelijk van de aangebrachte instelling wordt de extra
CV-ketel voor de legionellabescherming geactiveerd.
7.3.17 Alternatiefpunt instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → Alternatiefpunt
–
Als bij de functie Hybride manager het bivalentiepunt
gekozen is, dan kunt u de functie Alternatiefpunt gebrui-
ken.
De functie vormt het alternatieve punt. Altijd als de buiten-
temperatuur onder de ingestelde temperatuurwaarde ligt,
dan schakelt de thermostaat de warmtepomp uit en de extra
CV-ketel zorgt in het CV-bedrijf voor de vereiste energie.
7.3.18 Temperatuur noodbedrijf instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → Temp. noodbedrijf
–
Als een warmtepomp aangesloten is, dan kunt u de func-
tie Temp. noodbedrijf gebruiken.
Bij uitval van de warmtepomp wekt de extra CV-ketel de
vereiste energie op. Om hoge verwarmingskosten door de
extra CV-ketel te vermijden, stelt u de aanvoertemperatuur
laag in.
De gebruiker merkt een warmteverlies en herkent dat er een
probleem aan de warmtepomp is. Bijkomend verschijnt op
het display de melding Beperkt bedrijf / comfortbeveili-
ging. Als de gebruiker de extra CV-ketel voor de opwekking
van de vereist energie vrijgeeft, dan stelt de thermostaat de
ingestelde temperatuur voor het noodbedrijf buiten werking.
De functie kunt u niet gebruiken met de hybride warmtepomp
en verschijnt daarom niet in de keuzelijst.
7.3.19 CV-keteltype vastleggen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Systeem ----] → Type aanv. CV-ket.
–
Als bij de functie Hybride manager de optie triVAI geko-
zen is, dan kunt u de functie Type aanv. CV-ket. gebrui-
ken.
Met deze functie kiest u welke warmteopwekker, behalve de
warmtepomp, nog geïnstalleerd is.
11