4. Selecteer Enkele rij of Dubbele rij en
druk op
.
Elke klem is afgebakend met een
ononderbroken zwarte lijn op de display.
5. Typ de tekst voor elke klem.
Gebruik de pijlen Naar links en Naar rechts om
naar de volgende of vorige klem te gaan. U kunt
met de toetsen pijl-omhoog en pijl-omlaag van
de ene naar de andere rij gaan.
Zie Een serie labels maken op pagina 17 als
u gegevens voor de klemmen automatisch
wilt maken.
Zie Scheidingslijnen tussen cellen afdrukken op
pagina 15 als u scheidingslijnen tussen de
klemmen wilt afdrukken.
Modulelabels maken
Met een modulelabel kunt
u een rij zekeringen met
verschillende breedtes
labelen. U stelt de breedte
van een zekering en het
aantal zekeringen in, voert
de gewenste tekst voor elke
zekering in en drukt de
label af. U kunt zekeringsveelvouden instellen om
de breedte van aparte modules aan te passen als
dat noodzakelijk is.
Ga als volgt te werk om een modulelabel
te maken:
S
H
F I
T
1. Druk op
+
2. U kunt ofwel de lengte van de zekering invoeren
of selecteren, en u drukt op
Selecteer de breedte van de kleinste zekering in
de module. U kunt vervolgens met Veelvouden
zekeringen de afmeting vergroten van aparte,
grotere modules. De standaardlengte van
zekeringen is 25,4 mm.
3. U kunt het aantal modules ofwel invoeren
of selecteren, en u drukt op
4. Geef een zekeringenveelvoud op voor
elke zekering en druk op
Elke zekering is afgebakend met een
ononderbroken zwarte lijn op de display.
5. Typ de tekst voor elke module.
Gebruik de pijlen Naar links en Naar rechts om
naar de volgende of vorige module te gaan.
.
.
.
.
Zie Veelvouden zekeringen gebruiken als u de
zekeringveelvouden wilt instellen nadat een label
is gemaakt.
Als u automatisch gegevens voor de modules wilt
maken, gaat u naar Een serie labels maken op
pagina 17.
Veelvouden zekeringen gebruiken
Met Veelvouden zekeringen kunt u de grootte
aanpassen van aparte zekeringmodules binnen
een moduletypelabel.
Ga als volgt te werk om de grootte van
een aparte module aan te passen:
1. Maak een modulelabel zoals wordt beschreven
in Modulelabels maken.
2. Druk op
.
3. Selecteer Huidige labelconfig. en druk
op
.
4. Selecteer Veelvouden zekeringen en druk
op
.
5. Selecteer met de toetsen pijl-omhoog en pijl-
omlaag het aan te passen modulenummer, en
druk op =.
6. Selecteer het veelvoud voor die module.
7. Druk op
om terug te gaan naar de label.
Lege modules afdrukken
Lege modules aan het einde van een modulelabel
worden standaard niet afgedrukt. U kunt kiezen of
u lege modules aan het einde van een label wel of
niet wilt afdrukken.
Ga als volgt te werk om lege modules af
te drukken:
1. Druk op
.
2. Selecteer Lege modules afdrukken en druk
op
.
3. Selecteer Aan en druk op
4. Selecteer Klaar (OK) om terug te gaan naar
de label.
Eventuele lege modules aan het einde van een
modulelabel zullen nu wel worden afgedrukt.
14
en vervolgens op Klaar (OK)
.