Programmeerfuncties
Toetssignaal
Als u de sensortoetsen aanraakt, klinkt
er een geluidssignaal.
Keuze
= Het toetssignaal is uitgescha-
keld
= Toetssignaal is ingeschakeld
met de geluidssterkte normaal
= Toetssignaal is ingeschakeld
met de geluidssterkte hard
Code
De code voorkomt dat uw wasmachi-
ne door anderen gebruikt wordt.
Als deze optie geactiveerd is, moet u
nadat u het apparaat ingeschakeld
heeft de code invoeren om het apparaat
te kunnen bedienen.
Keuze
= Code is uitgeschakeld
= Code is ingeschakeld
De wasautomaat met code bedienen
De code is 125 en kan niet worden ge-
wijzigd.
Schakel de wasautomaat in.
In de tijdsaanduiding staat en de
sensortoetsen en zijn verlicht.
Tip sensortoets aan.
In de tijdsaanduiding staat: .
Bevestig dit getal met sensortoets
Start/Trommel bijvullen.
78
Het eerste cijfer is opgeslagen. U kunt
nu het tweede cijfer met de sensor-
toetsen en invoeren.
Voer ook het tweede en derde cijfer in
en bevestig de cijfers met sensor-
toets Start/Trommel bijvullen.
De vergrendeling is opgeheven. U kunt
nu een programma kiezen en dit
starten.
Volume uitschakelsignaal
Het uitschakelen van de wasmachine
wordt bevestigd met een geluidssig-
naal.
Selectie
= Het uitschakelsignaal is inge-
steld op het volume normaal
= Het uitschakelsignaal is inge-
steld op het volume hard