Inhoudsopgave
Advertenties
Geschikte naald, garen en stof kiezen
Tabel voor het afstemmen van naalden, garen en stof
9-11 (70-80)
Fijne stoffen: dunne katoen, voile, serge,
zijde, mousseline, qiana, gebreid katoen,
tricot, jersey, crêpe, polyester, stoffen
voor overhemden en blouses.
11-14 (80-90)
Middelzware stoffen: katoen,
satijn, neteldoek, zeildoek, dub-
bel gebreide stof, lichte wol.
14 (90)
Middelzware stoffen: katoenen
zeildoek, wol, dikkere gebreide
stoffen, badstof, jeans.
16 (100)
Zware stoffen: canvas, wollen
stoffen, tentdoek en quilts,
jeans, meubelstoffen (licht tot
middelzwaar).
18 (110)
Dikke wol, jasstoffen, meubelstoffen,
leer en vinyl.
OPMERKINGEN:
– Als basisprincipe geldt: dun garen en naalden voor fijne stoffen en dikker garen en
naalden voor stevigere en zwaardere stoffen.
– Test het garen en de naald altijd op een klein lapje van de stof die wordt gebruikt.
– Gebruik hetzelfde garen voor de boven- en onderdraad.
Dun katoenen garen, nylon,
polyester of katoenen garen
met polyester kern.
De meeste garens zijn van
gemiddelde sterkte en voor
deze stoffen en naaldgroottes
geschikt.
Gebruik polyester garen voor
synthetische materialen.
Gebruik katoenen garen voor
natuurlijke stoffen.
Gebruik voor de boven- en de
onderdraad altijd hetzelfde
garen.
Sterk garen, tapijtdraad.
27
Advertenties
Inhoudsopgave
