De beeldkleur aanpassen
c
Selecteer het menu Beeld en druk op
d
Selecteer Kleur > Witbalans > Op maat en druk op
e
Doe het volgende zoals nodig voor elke kleur: R (rood), G (groen) en B
(blauw):
• Om de helderheid van donkere gebieden aan te passen, past u de
instelling Verschuiving aan.
• Om de helderheid van heldere gebieden aan te passen, past u de
instelling Versterking aan.
Hogere waarden maken het beeld helderder en lagere waarden maken
het donkerder.
.
.
In de instelling Verschuiving wordt de schaduwwerking voor de
donkere gebieden levendiger uitgedrukt wanneer u een hogere waarde
selecteert. Wanneer u een lagere waarde selecteert, ziet de afbeelding er
voller uit maar is schaduw voor de donkere gebieden moeilijker te
onderscheiden.
In de instelling Versterking worden de heldere delen witter en gaat
schaduw verloren wanneer u een hogere waarde selecteert. Als u een
lagere waarde selecteert, wordt de schaduw voor de heldere gebieden
levendiger uitgedrukt.
f
Druk op
of
om de menu's af te sluiten.
De tint, verzadiging en helderheid aanpassen
U kunt de instellingen Tint, Verzadiging en Helderheid opgeven voor
individuele beeldkleuren.
a
Schakel de projector in en geef een beeld weer.
b
Druk op de knop
op de afstandsbediening.
44