Apparaatinstellingen
nl
Rubber manchet droogvegen.
■
Vuldeur en wasmiddellade open
■
laten zodat het restwater kan
opdrogen. ~ Blz. 25
Altijd het programma-einde
■
afwachten, omdat anders het
apparaat nog vergrendeld kan zijn.
Vervolgens het apparaat inschakelen
en wachten op de ontgrendeling.
Wanneer het display na afloop van
■
het programma niet verlicht is, dan is
de energiebesparingsmodus actief.
Om de displayverlichting weer in te
schakelen een willekeurige toets
indrukken.
Q
Apparaatinstellingen
l i n g e n
i n s t e l
A p p a r a a t
U kunt de volgende instellingen
veranderen:
het volume voor de toetsen en
■
instructiesignalen (bijv. aan het
programma-einde) en/of
de functie automatisch uitschakelen
■
van het apparaat activeren/
deactiveren en/of ~ Blz. 7
Voor het wijzigen van de instellingen
moet u eerst altijd de instelmodus
activeren.
24
Instelmodus activeren
Toets # indrukken.
1.
Het apparaat is ingeschakeld en het
programma Katoen wordt op positie
1 weergegeven.
Op toets Temperatuur drukken en
2.
tegelijkertijd de programmakiezer
naar rechts op positie 2 verder
draaien. Toets loslaten.
De instelmodus is geactiveerd en op het
display verschijnt het vooringestelde
volume voor de instructiesignalen.
U kunt nu de instellingen wijzigen:
Signaalvolume wijzigen
Met de toets Klaar in + of - wijzigt u op
de programmakiezer posities:
2: het volume voor de
■
instructiesignalen en/of op
3: het volume voor de toetssignalen.
■
Instelmodus afronden of:
Automatisch uitschakelen van
het apparaat activeren/
deactiveren
Met toets Klaar in + of - kiest u op de
programmakiezer positie 4 de functie
automatisch uitschakelen aan (On) of
uit ( (OFF).
Instelmodus afronden
Voor het beëindigen en opslaan van de
instellingen drukt u op toets #.
Het apparaat is uitgeschakeld. De
gekozen instellingen zijn actief bij de
volgende keer inschakelen.
0 = uit,
1 = zacht,
2 = gemiddeld,
3 = luid,
4 = zeer luid