AVR
Voordat u via het netwerk toegang kunt krijgen tot bestanden die zich op andere
apparaten bevinden, moet elk apparaat eerst toestemming geven voor het delen van
bestanden met de AVR:
Media delen op pc's:
1. Open Windows Media Player.
2. Open het menu Library (Bibliotheek) en selecteer "Media Sharing" (Media delen). Het
venster Media Sharing (Media delen) wordt weergegeven.
3. Schakel het selectievakje "Share My Media" (Mijn media delen) in. Er wordt een
pictogram voor de AVR weergegeven in het venster.
4. Selecteer het AVR-pictogram, selecteer "Allow" (Toestaan) en selecteer vervolgens OK.
De WMA- en MP3-media van de computer zouden nu beschikbaar moeten zijn voor de AVR.
Delen van media op andere typen computers, besturingssystemen of mediasoftware:
Controleer de instructies van de computer, het besturingssysteem of de mediaspeler.
Druk op de Network (Netwerk) bronselectietoets om naar gedeelde media te luisteren.
(Als vTuner wordt weergegeven als bron, drukt u nogmaals op de toets om over te
schakelen van de bron Internet Radio (Internetradio) naar de bron Network (Netwerk).)
Het scherm Home Network (Thuisnetwerk) wordt geopend.
Op dit scherm worden alle apparaten in het netwerk die delen toestaan getoond. Gebruik
de toetsen Omhoog/Omlaag en OK om door de inhoud te bladeren die is opgeslagen in de
bibliotheek van de mediaspeler van het apparaat. Blader naar het gewenste item en druk
op de toets OK om dit te selecteren. Om terug te keren naar het vorige menuniveau (of om
het hoogste menuniveau te verbergen), drukt u op toets Back/Exit (Terug/Sluiten).
OPMERKING: Hoewel video-inhoud mogelijk wordt weergegeven in het menu, biedt de
AVR geen ondersteuning voor het afspelen van video via de netwerkverbinding, maar de
AVR zal proberen om de audio-informatie af te spelen vanaf het videobestand..
Geavanceerde functies
Een groot deel van de aanpassing en configuratie van uw AVR wordt automatisch
uitgevoerd, zonder dat u veel hoeft te doen. U kunt uw AVR echter ook aanpassen aan
uw systeem en uw voorkeur. In dit gedeelte worden enkele geavanceerde aanpassingen
beschreven die u kunt uitvoeren.
Audio processing en surround geluid
Audiosignalen kunnen in een reeks van verschillende indelingen worden gecodeerd
die niet alleen van invloed zijn op de kwaliteit van het geluid, maar ook op het aantal
luidsprekerkanalen en de surround functie. U kunt ook handmatig een andere surround
functie selecteren, indien deze beschikbaar is.
Analoge audiosignalen
Analoge audiosignalen bestaan gewoonlijk uit twee kanalen, links en rechts. Uw AVR
is in staat om twee-kanaals audiosignalen te verwerken om meerkanaals surround
geluid te produceren, zelfs als geen surround geluid mee is gecodeerd in de opname.
Tot de beschikbare modi behoren de Dolby Pro Logic II, Virtual Speaker (Virtuele
luidspreker), DTS Neo:6, Logic 7 en 5 CH Stereo modi. Druk op de toets Surround
Modes (Surround functies) om een van deze functies te selecteren.
Digitale audiosignalen
Digitale audiosignalen bieden grotere flexibiliteit en capaciteit dan analoge signalen en
maken het mogelijk kanalen met afzonderlijke kanaalinformatie direct in het signaal
te coderen. Het resultaat is een betere geluidskwaliteit en een verbazingwekkende
directionaliteit, aangezien de informatie van elk kanaal apart wordt overgedragen.
Opnamen met hoge resolutie klinken buitengewoon zuiver, zonder storingen, met name
in de hoge frequenties.
Surround Functies
De selectie van de surround functie is afhankelijk van de indeling van het binnenkomende
audiosignaal en van uw persoonlijke smaak. Hoewel het nooit voorkomt dat alle surround
functies van de AVR beschikbaar zijn, is er gewoonlijk een breed scala van functies
beschikbaar voor een gegeven invoer. Tabel A8 van de bijlage, op pagina 36, bevat een
korte beschrijving van elke modus en geeft de typen binnenkomende signalen of digitale
bitstreams aan waarmee de modus kan worden gebruikt. Aanvullende informatie over de
Dolby- en DTS functies is beschikbaar op de websites van de desbetreffende bedrijven:
www.dolby.com and www.dtsonline.com.
Controleer bij twijfel het hoesje van uw disc voor meer informatie over welke surround
functies beschikbaar zijn. Gewoonlijk zijn niet-essentiële gedeelten van een disc, zoals
trailers, extra materialen of het disc-menu, alleen beschikbaar in Dolby Digital 2.0 (twee-
kanaals) of PCM twee-kanaals modus. Als de hoofdtitel wordt afgespeeld en op het
display een van deze surround functies wordt weergegeven, zoekt u naar een sectie
voor het instellen van audio of de taal in het menu van de disc. Controleer tevens of de
audio-uitvoer van uw disc-speler is ingesteld op de originele bitstream in plaats van op
twee-kanaals PCM. Stop met afspelen en controleer de uitvoerinstelling van de speler.
De kanalen die zijn opgenomen in een standaard 5.1-kanaals opname zijn linksvoor, rechtsvoor,
midden, surround links, surround rechts en LFE (low-frequency effects). Het LFE-kanaal wordt
aangeduid met ".1" om aan te geven dat het beperkt is tot de lage frequenties.
Voorbeelden van digitale surround-geluidsindelingen zijn Dolby Digital 2.0 (slechts twee
kanalen), Dolby Digital 5.1, Dolby Digital Plus (7.1), Dolby TrueHD (7.1), DTS-HD High-Resolution
Audio (7.1), DTS-HD Master Audio (7.1), DTS 5.1, DTS 96/24 (5.1), 2-kanaals PCM-modi in 32
kHz, 44,1 kHz, 48 kHz, 88.2 kHz of 96 kHz, en 5.1 of 7.1 meerkanaals PCM. (Uw AVR voert
een downmix uit van de aparte surround-achtergrondkanaalinformatie in 6.1-kanaals en 7.1-
kanaals opnamen naar het linker en rechter surround-kanaal van uw systeem.)
Als de AVR een digitale bitstream ontvangt, worden de coderingsmethode en het
aantal kanalen gedetecteerd. Dit wordt vervolgens kort weergegeven als drie getallen,
gescheiden door slashes (bijvoorbeeld "3/2/.1").
Het eerste getal geeft het aantal voorste kanalen in het signaal aan: "1" geeft een
monofone opname aan (meestal een ouder programma dat digitaal geremasterd is of,
minder vaak, een modern programma waarbij de regisseur voor mono heeft gekozen
als speciaal effect). "2" geeft aan dat het linker- en rechterkanaal aanwezig zijn, maar
dat het middenkanaal ontbreekt. "3" geeft aan dat alle de drie kanalen voor de voorkant
(links, rechts en midden) aanwezig zijn.
Het tweede getal geeft aan of er surround-kanalen aanwezig zijn: "0" geeft aan dat er
geen surround-informatie aanwezig is. "1" geeft aan dat er een surround-signaal met
matrixstructuur aanwezig is. "2" geeft aan dat er aparte linker en rechter surround-
kanalen zijn. (Bitstreams met aparte surround-kanaalsignalen links- en rechtsachter
worden aangegeven met een "4", hoewel de AVR een downmix uitvoert van de achterste
surround-kanaalinformatie naar de linker en rechter surround-kanalen.)
Het derde getal wordt gebruikt voor het LFE-kanaal: "0" staat voor geen LFE-kanaal. ".1"
geeft aan dat een LFE-kanaal aanwezig is.
Dolby Digital 2.0-signalen kunnen een Dolby Surround-markering bevatten die DS-ON of
DS-OFF aangeeft, afhankelijk van of de twee-kanaals bitstream alleen stereogegevens
bevat of een downmix van een meerkanaals programma dat kan worden gedecodeerd
door de Dolby Pro Logic-decoder van de AVR. Standaard worden deze signalen afgespeeld
in de modus Dolby Pro Logic II Movie.
Als een PCM-signaal wordt ontvangen, worden het PCM-bericht en de samplingfrequentie
(32kHz, 44.1kHz, 48kHz, 88.2kHz, 96kHz, 176.4kHz of 192kHz) weergegeven.
Als slechts twee kanalen, links en rechts, aanwezig zijn, kunnen de analoge surround
functies worden gebruikt voor het decoderen van het signaal naar meerdere kanalen. Als u
de voorkeur geeft aan een andere surround-indeling dan de digitale codering van het eigen
(native) signaal, drukt u op de toets Surround Modes (Surround functies) om het menu
Surround Modes weer te geven (zie Een surround functie selecteren op pagina 24).
Met de optie Auto Select (Automatische selectie) wordt de surround functie ingesteld op
de digitale codering van het eigen (native) signaal, bijvoorbeeld Dolby Digital, DTS, Dolby
TrueHD of DTS-HD Master Audio. Voor 2-kanaals materialen wordt standaard gebruik
gemaakt van de functieLogic 7 Movie van de AVR. Als u de voorkeur geeft aan een andere
surround functies, selecteert u de surround functie categorie: Virtual Surround (Virtueel
geluid), Stereo, Movie (Film), Music (Muziek) of Game (Spel). Druk op de toets OK om de
functie te veranderen.
Uw AVR bedienen en
Geavanceerde functies
27