Foutmelding
Lade 2 bijna leeg
Lade 3 bijna leeg
Lade-instellingen
Instellingen van lade
1
Instellingen van lade
2
Instellingen van lade
3
MF-lade-instellingen
Media is vol.
Onbruikb. app.
Apparaat loskoppelen
van frontconnector en
machine uit- en weer
aanzetten (Koppel
apparaat los van
frontconnector en zet
de machine uit en
vervolgens aan)
Onbruikb. app.
Koppel het USB-
apparaat los. (Koppel
USB-apparaat los.)
Onjuiste cartridge
Onvoldoende faxgeh.
Papierform. onjuist
Oorzaak
Dit bericht wordt weergegeven wanneer
de instelling om het papiertype en grootte
te bevestigen is ingeschakeld.
Op het USB-flashstation waarvan u
gebruikmaakt, is onvoldoende vrije ruimte
beschikbaar om de documenten te
scannen.
Op de USB Direct Interface is een defect
apparaat aangesloten.
Een USB-apparaat of een USB-
flashstation dat niet wordt ondersteund, is
aangesloten op de USB Direct Interface.
Het modelnummer van de inktcartridge is
niet compatibel met uw apparaat.
Het faxgeheugen is vol.
De papierformaatinstelling komt niet
overeen met het formaat van het papier in
de lade.
-OF-
De afdrukstand is niet geschikt voor het
papierformaat.
-OF-
U hebt de papiergeleiders in de lade niet
ingesteld op het gebruikte papierformaat.
Wat te doen
Om dit bevestigingsbericht niet weer te
geven, stelt u de instelling in op Uit.
uu Verwante informatie: De instelling
voor het controleren van het papier
wijzigen
Verwijder bestanden die u niet gebruikt
van het USB-flashstation om ruimte vrij te
maken en probeer het vervolgens
opnieuw.
Ontkoppel het apparaat van de USB
Direct Interface. Schakel het apparaat uit
en opnieuw in.
Ontkoppel het apparaat van de USB
Direct Interface.
Controleer of het cartridgemodelnummer
voor uw apparaat geschikt is.
Voer een van de volgende handelingen
uit:
•
Wis de gegevens in het geheugen.
Om extra geheugen vrij te maken, kunt
u de functie voor ontvangen in het
geheugen uitschakelen.
uu Verwante informatie: Ontvangst in
geheugen uitschakelen
•
Druk de faxen in het geheugen af.
uu Verwante informatie: Een fax in
het geheugen van het apparaat
afdrukken
1. Controleer of het papierformaat dat u
op het LCD-scherm van het apparaat
hebt geselecteerd overeenkomt met
het papierformaat in de lade.
uu Verwante informatie: Het
papierformaat en de papiersoort
wijzigen
2. Controleer of u het papier in de juiste
richting hebt ingevoerd en de
papiergeleiders op het juiste
papierformaat hebt ingesteld.
uu Verwante informatie: Papier
plaatsen
473