Toepassen van effecten op tonen
4
Gebruik de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen om
door de nagalmtypes heen te bladeren totdat de
gewenste aangegeven wordt of gebruik de cijfertoetsen
om het gewenste nagalmnummer in te voeren.
• Zie de afzonderlijke
aangaande de nagalmtypes die beschikbaar zijn.
• Hier kunt u ook de parameters van het effect
veranderen dat u heeft geselecteerd, indien dit
gewenst is. Zie "Veranderen van de instellingen van
de REVERB parameters" voor nadere informatie.
Veranderen van de instellingen van
de REVERB parameters
U kunt de relatieve sterkte van een nagalmtype regelen en
hoe deze wordt uitgeoefend. Zie de volgende paragraaf
getiteld "REVERB parameters" voor nadere informatie.
1
Na het selecteren van het gewenste nagalmtype
gebruikt u de [ ] en [ ] CURSOR toetsen om de
parameter te verkrijgen waarvan u de instelling wilt
veranderen.
• Hierdoor wordt het parameterinstelscherm
aangegeven.
Voorbeeld: Om de nagalmtijdparameter in te stellen
SR v T i me
2
Voer m.b.v. de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen
de gewenste parameterinstelling.
3
Druk op de EFFECT of EXIT toets.
• Hierdoor verschijnt opnieuw het toon- of
ritmeselectiescherm.
REVERB parameters
Nagalmeffecten worden geassocieerd met ofwel een
nagalmeffect of een vertragingseffect. Parameterinstellingen
hangen af van het geassocieerde type.
Nagalmtype (Nr. 0 tot en met 5, 8 tot en met 13)
I Nagalmniveau (Reverb Level)
(Bereik: 000 tot en met 127)
Regelt de mate van nagalm. Een groter nummer
produceert meer nagalm.
I Nagalmtijd (Reverb Time) (Bereik: 000 tot en met 127)
Regelt de duur van nagalm. Een groter nummer
produceert langere nagalm.
I ER niveau (ER Level) (Aanvankelijk echogeluid)
(Bereik: 000 tot en met 127)
Deze parameter regelt het aanvankelijke nagalmvolume.
Het aanvankelijke echogeluid is het eerste geluid dat via
de muren en het plafond gereflecteerd wordt wanneer
geluid weergegeven wordt door dit keyboard. Een grotere
waarde stelt een groter echogeluid voor.
D-30
F voor informatie
Appendix
I Hoge demping (High Damp)
(Bereik: 000 tot en met 127)
Stelt de demping bij van de hoogfrequentienagalm (hoog
geluid). Een kleinere waarde dempt hoge geluiden waardoor
een donkere nagalm ontstaat. Een grotere waarde dempt
de hoge geluiden niet waardoor de nagalm helderder wordt.
Nagalmtype (Nr. 6, 7, 14, 15)
I Vertragingsniveau (Delay Level)
(Bereik: 000 tot en met 127)
Specificeert het volume van het vertragingsgeluid. Een
hogere waarde produceert een luider vertragingsgeluid.
I Vertragingsterugkoppeling (Delay Feedback)
(Bereik: 000 tot en met 127)
Stelt de vertragingsherhaling bij. Een hogere waarde
produceert een groter aantal herhalingen.
I ER niveau (ER Level)
Hetzelfde als het nagalmtype
I Hoge demping (high Damp)
Hetzelfde als het nagalmtype
OPMERKING
• Of een effect al dan niet toegepast wordt op de delen die
klinken hangt af van de nagalmzenden, zwevingzenden
en DSP aan/uit instellingen van de mixerfunctie. Zie
"Mixerfunctie" op pagina D-40 voor meer informatie.
Selecteren van CHORUS
Voer de volgende stappen uit om CHORUS (zweving) te
selecteren.
1
Druk op de EFFECT toets zodat de EFFECT indicator
in het display verschijnt.
2
Druk tweemaal op de [ ] CURSOR toets.
• Hierdoor wordt het zweving bewerkingsscherm
verkregen.
• Het zwevingtype instelscherm (stap 4) verschijnt
automatisch ongeveer vijf seconden na indrukken van
de toets.
3
Druk op de [ ] CURSOR toets.
4
Gebruik de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen
om door de zwevingtypes heen te bladeren totdat
de gewenste wordt getoond of gebruik de
cijfertoetsen om het gewenste zwevingnummer in
te voeren.
• Zie de afzonderlijke
aangaande de zwevingtypes (chorus) die beschikbaar
zijn.
• Hier kunt u eventueel de parameters veranderen van
de effecten die u selecteerde. Zie "Veranderen van de
instellingen van de CHORUS (zweving) parameters"
voor nadere informatie.
G voor informatie
Appendix