Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellen Van Een Dsp Type; Veranderen Van De Instellingen Van De Dsp Parameters; Dsp Parameters - Casio WK-3300 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Toepassen van effecten op tonen

Instellen van een DSP type

Naast de 100 ingebouwde effecttypes kunt u ook effecttypes
bewerken om uw eigen types te creëren en ze op te slaan in
het gebruikersgeheugen. U kunt maximaal 100 effecttypes
tegelijkertijd in het gebruikersgeheugen hebben. U kunt ook
het DSP type selecteren of de laatste toon die gebruikt is
waarbij DSP mogelijk is. Dit betekent dat u altijd toegang
heeft tot het DSP type van gavanceerde tonen en tonen die u
kunt downloaden van het Internet. Om het DSP type van de
laatst gebruikte toon waarbij DSP ingeschakeld is te
selecteren, dient u "ton" in stap 3 van de onderstaande
procedure te selecteren.
Voer de volgende stappen uit om een DSP type te selecteren.
VOORBEREIDINGEN
• Bij gebruik van een DSP effect dient u de mixer te
gebruiken om te bevestigen dat de DSP lijnen van de
vereiste onderdelen ingeschakeld is. Zie "Mixerfunctie"
op pagina D-40 voor meer informatie.
1
Druk op de EFFECT toets zodat de EFFECT indicator
in het display verschijnt.
2
Druk op de [ ] CURSOR toets.
• Het DSP type instelscherm (stap 3) verschijnt
automatisch ongeveer vijf seconden na indrukken van
de toets.
3
Selecteer het gewenste type DSP m.b.v. de [+] en
[–] toetsen of de cijfertoetsen.
• Zie de afzonderlijke
aangaande de DSP types die beschikbaar zijn.
• Hier kunt u ook de parameters veranderen van de
effecten die u selecteerde, indien u dit wenst. Zie
"Veranderen van de instellingen van de DSP
parameters" voor meer informatie.
OPMERKING
• Het DSP type displaygebied toont het DSP nummer (000
tot en met 199) of "ton" (gebruikerstoon gecreëerd m.b.v.
DSP).
D-28
EFFECT
E voor informatie
Appendix
EXIT
Veranderen van de instellingen van
de DSP parameters
U kunt de relatieve sterkte van een DSP en hoe deze wordt
toegepast regelen. Zie de volgende paragraaf getiteld "DSP
parameters" voor meer informatie.
1
Gebruik na het selecteren van het gewenste DSP
type de [ ] en [ ] CURSOR toetsen om de
parameter te verkrijgen waarvan u de instelling wilt
veranderen.
• Hierdoor verschijnt het parameterinstelscherm.
2
Maak de gewenste parameterinstelling m.b.v. de
[+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen.
• Door de [+] en [–] toetsen tegelijkertijd in te drukken
wordt de oorspronkelijke instelling van de parameter
opnieuw verkregen.
3
Druk op de EFFECT of EXIT toets.
• Hierdoor wordt het toon of ritme instelscherm
verlaten.

DSP parameters

Het volgende beschrijft de parameters voor elke DSP.
DSP
I Parameter 0 tot en met 7
Deze parameters verschillen afhankelijk van het
algoritme* van het geselecteerde DSP type. Voor details
zie
de
afzonderlijke
"algorhythmlist_d.pdf" bestand in de "Dutch" map op
de CD-ROM die met het keyboard meegeleverd wordt.
* Effectorstructuur en –bedieningstype.
I DSP nagalmzenden (DSP Reverb Send)
(Bereik 000 tot en met 127)
Specificeert hoeveel van het post-DSP geluid naar nagalm
dient te worden gezonden.
I DSP zwevingszenden (DSP Chorus Send)
(Bereik 000 tot en met 127)
Specificeert hoeveel van het post-DSP geluid naar
zweving dient te worden gezonden.
CURSOR
Cijfertoetsen
Number buttons
[+] / [–]
E
en
Appendix
het

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wk-3800Wk-8000

Inhoudsopgave