Trapeziummeting 1
(door twee hoogtes en een grondlijn)
ü U bevindt zich in de meetfunctie Trapeziummeting 1.
1. Druk kort op de toets (13) om de hoogte
trapeziumvlak te meten.
ð De lengte van het traject wordt op het display
weergegeven.
2. Plaats het meetapparaat op het eindpunt van zijde 2 en
druk nogmaals kort op de toets (13) om grondlijn
het trapeziumvlak te meten.
ð De lengte van het traject wordt op het display
weergegeven.
3. Lijn het meetapparaat opnieuw uit en druk kort op de
toets (13) om de tweede hoogte
trapeziumvlak te meten.
ð De lengte van het traject wordt op het display
weergegeven.
ð Het apparaat berekent automatisch de ontbrekende
lengte (L) van het trapeziumvlak en geeft deze weer op
het display.
Automatische hoogtemeting
ü U bevindt zich in de meetfunctie Automatische
hoogtemeting.
1. Richt de laser op het bovenste eindpunt en druk kort op de
toets (13) om de meting
ð De lengte van het traject wordt op het display
weergegeven.
2. Richt de laser op het onderste eindpunt en druk kort op de
toets (13) om de meting
ð De lengte van het traject wordt op het display
weergegeven.
ð Het apparaat berekent automatisch de hoogte (h) en
geeft deze weer op het display.
12
1
van het
3
van het
L
1
uit te voeren.
2
uit te voeren.
H
Genivelleerde afstands-/hoogte- en hoekmeting
ü U bevindt zich in de meetfunctie Genivelleerde afstands-/
hoogte- en hoekmeting.
1. Richt de laser op het eindpunt van de hoogte en druk kort
op de toets (13) om de afstand
te bepalen.
ð De lengte van het traject (1) wordt op het display
weergegeven.
2
ð Het apparaat berekent automatisch de horizontale
van
afstand (L), de hoogte (H) en de hoek (α) en geeft deze
waarden weer op het display.
Meting van een deelhoogte over drie punten
(Pythagoras 2, 3-punts)
ü U bevindt zich in de meetfunctie Pythagoras 2, 3-punts.
1. Richt de laser op het bovenste eindpunt en druk kort op de
toets (13) om de afstand
bepalen.
ð De lengte van het traject wordt op het display
weergegeven.
2. Richt de laser op het onderste eindpunt van de deelhoogte
en druk kort op de toets (13) om de afstand
het onderste punt van de deelhoogte te bepalen.
ð De lengte van het traject wordt op het display
weergegeven.
3. Richt de laser op het basispunt (in een hoek van 90° t.o.v.
de deelhoogte) en druk kort op de toets (13) om de
3
afstand
ð De lengte van het traject wordt op het display
weergegeven.
ð Het apparaat berekent automatisch de hoogte (h) en
geeft deze weer op het display.
laserafstandsmeetapparaat TD200
1
tot aan het eindpunt
H
L
1
tot aan het eindpunt te
tot aan het basispunt te bepalen.
H
2
tot aan
NL