NL
NEDERLANDS
in
(2)
=7, 8
Geen
Systeem
actie
disable+ reset
storingen en
waarsch.
in =9
Geen
Rest storingen
actie
en waarsch.
(2)
in
=10, 11, 12,
Geen
13 Functie Kiwa
actie
(signaal lage
druk in ingang)
PR=0
Geen
Afstand-
actie
druksensor
gedeactiveerd
PR=1
Geen
Gebruik afstand-
actie
druksensor
Tabel 5: Interventie van de veiligheidsmodus.
De activering van de functie die hoort bij deze cel + willekeurig welke
(1)
andere functie in veiligheidsmodus veroorzaakt een stop van het sys-
teem. In dit geval toont het systeem de belangrijkste oorzaak van de stop.
I door een komma gescheiden nummers geven de mogelijke waarden
(2)
aan die kunnen worden ingesteld voor de functie in kwestie.
Voor wat de besturingseenheid betreft daarentegen, deze zal in geval
van uitvallen van de communicatie het relais 1 activeren
241
Stop van
Geen
Stop van het
het systeem
actie
systeem
F3 + reset
storingen en
waarsch.
Rest sto-
Geen
ringen en
actie
waarsch.
Stop van het
Geen
Stop van het
systeem F4
actie
systeem
Geen
Geen
actie
actie
Setpoint op
Geen
Het afstan-
afstandsensor
actie
dsetpoint
wordt gene-
5.1.4 - Instelling van de functies vanaf besturingseenheid
De default-waarde van alle ingangen en van de afstand-druksensor is
(1)
DISABLE, om ze te kunnen gebruiken moeten ze dus worden geactiveerd
door de gebruiker, zie par 7.6.15 – Instelling van de digitale hulpingangen
IN1, IN2, IN3, IN4, par druksensor 7.5.6 - PR: Afstand-druksensor.
De uitgangen zijn als default geactiveerd, zie functies uitgangen par
Geen
7.6.16 - Instelling van de uitgangen OUT1, OUT2.
actie
Als er geen enkele besturingseenheid geassocieerd is, worden de func-
ties van ingangen, uitgangen en afstand-druksensor genegeerd en heb-
ben geen enkel effect, hoe ze ook zijn ingesteld.
(1)
De parameters die aan de besturingseenheid gekoppeld zijn (ingangen,
uitgangen en druksensor) kunnen ook worden ingesteld als de verbinding
afwezig of zelfs niet tot stand gebracht is.
Geen
Indien de besturingseenheid geassocieerd is (deel uitmaakt van het wire-
actie
less netwerk van de e.sybox), maar door problemen afwezig of niet zicht-
baar is, zullen de parameters die gekoppeld zijn aan de functies, wanneer
ze worden ingesteld op een waarde anders dan disable, knipperen om
aan te geven dat ze hun functie niet kunnen vervullen.
geerd
5.1.5 - Associatie en dissociatie e.sybox met besturingseenheid
Voor de associatie tussen e.sybox en besturingseenheid gaat u op
dezelfde manier te werk als voor de associatie van een e.sybox: vanaf
pagina AS van het installateurmenu drukt u gedurende 5 sec. op de toets
"+" totdat de blauwe led begint te knipperen (zowel voor enkele esybox
als voor esybox in groep). Hierna drukt u op de besturingseenheid 5 sec.
lang op de toets tasto ► totdat de blauwe communicatieled begint te
knipperen. Zodra de verbinding tot stand is gebracht blijft deze led vast
branden en op pagina AS van de esybox verschijnt het symbool van de
e.sylink.
De dissociatie van de e.sylink is analoog aan die van e.sybox: vanaf
pagina AS van het installateurmenu drukt u 5 sec lang op de toets "-";
hierdoor worden alle aanwezige wireless verbindingen opgeheven.