Figuur 4
1. Stelschroef van ondermesbalk(2)
B.
Plaats een lange strook maaitestpapier
tussen de kooi en het ondermes,
loodrecht op het ondermes
en draai de kooi dan langzaam naar
voren; de kooi moet het papier afsnijden.
Zo niet, herhaal dan stappen
het papier wel gesneden wordt.
•
Als het contact tussen het ondermes en
messenkooi te zwaar wordt, moet u de
voorrand van het ondermes vernieuwen
of de maai-eenheid slijpen om de scherpe
snijranden te krijgen die nodig zijn om met
grote precisie te kunnen maaien (zie Toro
handleiding Slijpen van maaimachines
met messenkooien en roterende messen,
documentnr. 09168SL).
Belangrijk:
Zorg ervoor dat er altijd een
licht contact tussen het ondermes en
de messenkooi is. Als u niet voor een
licht contact zorgt, zullen de randen van
het ondermes en de messenkooi zichzelf
onvoldoende slijpen en na enig gebruik
bot worden. Als het contact te zwaar
is zullen het ondermes en messenkooi
snel en ongelijkmatig slijten waardoor de
maaikwaliteit lager kan worden.
Opmerking:
Als de messen van de
messenkooi voortdurend tegen het ondermes
aan lopen, zal er op het oppervlak van de
voorste snijrand van het ondermes over de
gehele lengte een lichte braam ontstaan.
Verwijder deze braam af en toe met een vijl die
u langs de voorrand haalt. Dit verbetert het
maaien.
Na langdurig gebruik zal er uiteindelijk aan beide
uiteinden van het ondermes een groef ontstaan.
Deze groeven moet u afronden of gelijk vijlen
met de snijrand van het ondermes ten behoeve
van een soepele werking.
Contact tussen ondermes en messenkooi
afstellen
Volg deze procedure bij de eerste instelling van het
maaidek en na het slijpen, wetten of demonteren van
de messenkooi. Dit is geen instelling die dagelijks
moet worden uitgevoerd.
1.
Plaats het maaidek op een vlak, horizontaal
oppervlak.
2.
Kantel het maaidek zodat u bij het ondermes en
de messenkooi kunt komen.
Opmerking:
g513640
achtereind van de stelbouten van het ondermes
niet op het werkvlak rusten
3.
Draai de messenkooi zodanig dat 1 mes de rand
van het ondermes kruist tussen de eerste en
de tweede boutkop van het ondermes aan de
rechterkant van de maai-eenheid.
(Figuur
5),
4.
Breng een merkteken aan op het mes op de
plaats waar dit de rand van het ondermes kruist.
A
en
B
tot
Opmerking:
eenvoudiger.
5.
Plaats een vulplaat of voelermaat van 0,05 mm
tussen het mes en de rand van het ondermes op
het punt dat in stap
6.
Draai aan de rechterstelbout van de snijbalk
(Figuur
als u de vulplaat heen en weer schuift. Verwijder
de vulplaat.
7.
Voor de linkerzijde van de maai-eenheid draait u
de messenkooi langzaam tot het dichtstbijzijnde
mes de rand van het ondermes kruist tussen de
eerste en de tweede boutkop.
8.
Herhaal stap
van de maai-eenheid en de linkerstelbout van
de snijbalk.
9.
Herhaal stap
de contactpunten aan de linker- en rechterkant
van het maaidek.
10.
Om een licht contact tussen het ondermes en
de messenkooi te verkrijgen, dient u elk van
de stelbouten van de snijbalk 3 klikstanden
rechtsom te draaien.
Opmerking:
de snijbalk beweegt het ondermes 0,018 mm.
Draai de stelbouten niet te vast aan.
Stelbout rechtsom draaien: de rand van het
ondermes beweegt naar de messenkooi toe.
Stelbout linksom draaien: de rand van het
ondermes beweegt van de messenkooi af.
7
Zorg ervoor dat de moeren op het
(Figuur
Dit maakt latere instellingen
4
gemerkt is.
4) tot u een lichte druk (weerstand) voelt
4
tot en met
6
voor de linkerzijde
5
en
6
totdat er een lichte druk is bij
Elke klikstand van de stelbout van
12).