9. INSTELLINGEN
9.1 De indicator
waterreservoir uitschakelen
De aanduiding voor het waterreservoir
staat standaard aan. Het brandt aan het
einde van de droogcyclus of tijdens de
cyclus als het waterreservoir vol is. Als de
afvoerkit is geïnstalleerd wordt het
waterreservoir automatisch geleegd en
kan de aanduiding uitgezet worden.
Om de aanduiding uit te schakelen:
1. Schakel het apparaat in.
2. Selecteer 1 van de beschikbare
programma's.
3. Druk tegelijkertijd op de knoppen Stil
en Energy Save en houd deze
ingedrukt.
Het indicatielampje van het waterreservoir:
staat uit en het symbool
verschijnt - het waterreservoirlampje is
permanent gedeactiveerd
Volg de bovenstaande procedure
opnieuw om de indicatielampje van
het waterreservoir terug te activeren.
Het indicatielampje van het
waterreservoir:
symbool
verschijnt - het
waterreservoirlampje is permanent
geactiveerd
9.2 Teller bedrijfsuren
Deze functie geeft de mogelijkheid om de
totale bedrijfstijd van het apparaat in uren
weer te geven, die wordt geteld vanaf het
moment dat het apparaat voor het eerst
wordt ingeschakeld. De werkelijke
bedrijfstijd van de cycli wordt
weergegeven (exclusief pauzes of
uitgestelde starttijd).
Ga als volgt te werk om deze waarde te
visualiseren:
1. Schakel het apparaat in door op de
Aan/Uit knop te drukken.
van het
staat aan en het
2. Houd de knoppen Droogtijd en
Droogtegraad enkele seconden
ingedrukt.
3. Na 3 seconden worden de totale
bedrijfsuren van het apparaat
weergegeven op het display: als de
bedrijfstijd bijvoorbeeld 1276 uren is,
toont het display de tekst Hr
gedurende 2 seconden en daarna 12
gedurende 2 seconden, gevolgd door
76. Deze waarde wordt weergegeven
met een reeks van twee cijfers tegelijk:
de eerste twee cijfers geven
duizendtallen en honderdtallen aan, de
tweede twee cijfers geven tientallen en
eenheden aan.
Om deze modus te verlaten, druk je op
een willekeurige knop, draai je aan de
keuzeknop of schakel je het apparaat uit.
9.3 Fabrieksinstellingen
Met deze functie kun je de standaard
fabrieksinstellingen herstellen. De
opgeslagen opties en werkmodi worden
gereset. Het verwijdert ook de
inloggegevens van het WiFi-netwerk uit
het geheugen van het apparaat en reset
de gepersonaliseerde programma-
instellingen, waaronder favoriete
programma's.
Volg onderstaande stappen om deze optie
te activeren:
1. Schakel het apparaat in door op de
Aan/Uit knop te drukken.
2. Wacht ongeveer acht seconden.
3. Houd de knoppen Stil en + Anti-kreuk
enkele seconden ingedrukt.
4. Het apparaat bevestigt de werking
door weer te geven
Als de procedure niet werkt (dit kan
zijn vanwege time-out of verkeerde
toetsencombinatie), schakelt u het
apparaat uit waarna u de volgorde
vanaf het begin herhaalt.
NEDERLANDS
.
21