Tabel voor bakken van gebak
Soort gebak
Zoet gebak
Marmercake, tulband
Rechthoekige cake
Cake in springvorm
Kaastaart in springvorm
Vruchtentaart, zandtaartdeeg
Vruchtentaart met garnering
Biscuittaart*
Taart met strooisel
Vruchtentaart, roerbeslag
Pruimencake
Biscuitrollade*
Gebak van roerbeslag
Broodvlecht, krans
Kerststol
Appelstrudel
Gevulde bollen
Hartig gebak
Quiche
Pizza*
Brood
Broodjes*
Klein gebak en koekjes
Koekjes van zandtaartdeeg
Spritskoekjes
Koekjes van gistdeeg
Koekjes van bladerdeeg
Soesjes
Diepvriesgebak
Appel-, kwarkstrudel
Kwarktaart
Pizza
Ovenfrites *
Ovenkroketten
Het braden van vlees
Voor het braden van vlees kunt u de boven/onderverwarming
of heteluchtverwarming gebruiken.
Welke verwarmingsmethode de beste is voor een bepaalde
schaal is vetgedrukt in de tabel voor het braden van vlees
aangegeven.
Verwijder het vetfilter altijd uit de oven bij het bakken!
Raadgevingen in verband met het serviesgoed
• U kunt een serviesgoed van email, vuurvast glas, aardewerk
of gietijzer gebruiken.
• Roestvrijstalen bakblikken zijn niet geschikt omdat ze zeer
sterk warmte weerkaatsen.
• Wanneer u het vlees afdekt, blijft het sappiger en blijft de
oven schoon.
• In een niet afgedekte schaal wordt het vlees sneller bruin.
Braad grote stukken vlees op het rooster en plaats het diepe
bakblik er onder om het druipende vet op te vangen.
Waarschuwingen voor het braden van vlees
• In de tabel voor het braden van vlees vindt u gegevens
omtrent de temperatuur, de stand en de baktijd. Omdat de
baktijden sterk afhangen van het soort, het gewicht en de
kwaliteit van het vlees, kunnen afwijkingen optreden.
• Het braden van vlees, gevogelte en vis is pas economisch
bij hoeveelheden van meer
dan 1 kg.
• Bij het bakken moet zoveel vocht worden toegevoegd, dat
het vet en het sap van het vlees niet verbranden. Dit
betekent dat bij langere braadtijden het vlees meerdere
malen moet worden gecontroleerd en er vocht moet worden
toegevoegd.
10
Richel
Temp.
(van onderaf)
(in °C)
2
160-170
2
160-170
2
160-170
2
170-180
2
180-190
2
170-180
2
170-180
3
180-190
3
170-180
3
180-200
3
180-190
3
160-170
2
180-200
2
170-180
2
180-200
2
170-180
2
180-190
2
210-230
2
190-210
2
200-220
3
170-180
3
170-180
3
180-200
3
190-200
3
180-190
2
180-200
2
180-190
2
200-220
2
200-220
2
200-220
• Na verloop van de helft van de braadtijd moet u het vlees
• Bij het braden van grote stukken vlees kan veel damp
• Wanneer u op het rooster braadt, plaats er dan het diepe
• Laat gerechten niet in een gesloten oven afkoelen. Zo
Aanwijzingen voor gebruik, opstelling en aansluiting
Richel
(van onderaf)
2
2
2
3
3
3
2
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
keren, vooral bij braden in de braadslede. Het is daarom het
beste het vlees eerst met de bovenkant naar beneden te
braden.
ontstaan en op de ovendeur condenseren. Dit is een
natuurlijk verschijnsel en heeft geen invloed op de werking
van het apparaat. Veeg na het braden de deur en de glazen
ruit droog.
bakblik onder om het sap uit het vlees op te vangen. U kunt
het rooster en het bakblik op de telescopische geleiders
plaatsen of in de richels van het rekje van de oven schuiven.
vermijdt u condens.
Temp.
Baktijd
(in °C)
(in min.)
150-160
55-70
150-160
60-70
150-160
45-60
150-160
60-80
50-70
160-170
160-170
60-70
150-160
30-40
25-35
160-170
150-160
50-70
150-160
30-50
15-25
160-170
25-35
150-160
160-170
35-50
150-160
45-70
40-60
170-180
40-60
150-160
170-180
45-60
190-210
30-45
170-180
50-60
180-190
30-40
150-160
15-25
150-160
20-30
20-35
170-180
170-180
20-30
180-190
25-45
50-70
170-180
65-85
160-170
170-180
20-30
170-180
20-35
20-35
170-180