en afdichting worden verwijderd.
Voor de demontage moet u erop letten dat de klep niet onder druk staat.
Door het aanbrengen van het bovenste gedeelte in de behuizing is de aanspreek-
druk van de veiligheidsklep niet gewijzigd.
Veiligheidskleppen met metaal-vouwbalg (fig. d)
Bij de veiligheidskleppen met vouwbalg mag het bovenste gedeelte niet van de
behuizing gescheiden worden, daar de dichtheid bij optredende tegendruk anders
niet meer verzekerd is.
Veiligheidskleppen met gasdichte kap (Afb. f) of met een gasdichte hendel
bedienbare veiligheidskleppen (Afb. g)
Bij veiligheidskleppen met gasdichte kap, of bij met een gasdichte hendel
bedienbare veiligheidskleppen, mag het bovenstuk niet van de behuizing worden
gescheiden, omdat anders de gasdichtheid niet meer kan worden gegarandeerd.
Indien voor reparatiedoeleinden het losschroeven van het bovengedeelte toch nodig
is, moet erop worden gelet dat voor de demontage de veer wordt ontspannen. Voor
de demontage moet bovendien gecontroleerd worden of en welk medium zich in
de kap zou kunnen bevinden. Er bestaat gevaar voor een eventuele brandwonden
of vergiftiging.
Openen voor het onderhoud
Bij veiligheidsventielen met een verluchtingsinrichting strekt het tot aanbeveling,
en kan het naargelang de installatie ook voorgeschreven zijn, van tijd tot tijd het
veiligheidsventiel tot uitblazen te brengen door het te verluchten, teneinde zich
te vergewissen van het functioneren van het veiligheidsventiel. Ze kan ten laatste
worden geopend vanaf een bedrijfsdruk van ≥85 % van de aanspreekdruk. Deze
opening mag niet in drukloze toestand gebeuren. Overeenkomstig TRD 601 moet bij
stoomketels minstens om de 4 weken worden gecontroleerd of de veiligheidsklep-
pen goed functioneren.
Veiligheidskleppen zijn de laatste veiligheid voor de tank resp. het systeem. Zij
moeten een ontoelaatbare druk kunnen verhinderen ook als alle andere voorge-
schakelde regel- en bedieningsapparaten alsook monitoren weigeren. Om deze
functie-eigenschappen veilig te stellen, hebben veiligheidsventielen een regelmatig
en herhaaldelijk onderhoud van doen. De onderhoudsintervallen voor deze kleppen
moeten worden vastgelegd overeenkomstig de gebruiksomstandigheden van de
exploitant.
6
Demontage van de klep
Naast de algemeen geldige montagerichtlijnen moet erop worden gelet dat de klep
voor de demontage van de installatie drukloos wordt gemaakt.
7
Reparaties
Herstellingen aan veiligheidsventielen mogen enkel door de firma Goetze KG
Armaturen of door geautoriseerde werkplaatsen worden uitgevoerd, met exclusief
gebruik van originele vervangingsonderdelen. Daarbij moeten uitsluitend originele
reservedelen worden gebruikt.
Assembly and maintenance instructions - 851/451, 852/452/352, 652, 861/461, 420, 460 | Version: 06/2023 · V02
www.goetze-group.com