BEDIENINGSINSTRUCTIES
2 BEDIENINGSINSTRUCTIES
2.1 WARMTEPOMP-RELAIS (ONTVANGER)
Groene indicator Verwarming aan
Rode indicator
Verwarming uit
BIND-knop
Koppelingsproces
2.2 THERMOSTAAT
2.2.1 Toelichting bij de pictogrammen
Temperatuurinstelling
Het cijfer in het scherm is de ingestelde
temperatuur, niet de huidige kamertemperatuur.
Verwarming aan
Er is een warmtevraag, dus de warmtepomp
draait, hetzij continu hetzij met tussenpozen.
Aansluiting warmtepomprelais
De thermostaat is correct aangesloten op de
warmtepomprelais.
Lege batterij
De batterijen moeten onmiddellijk vervangen
worden.
Storing in RF-communicatie
Deze pictogrammen knipperen om aan te geven
dat het signaal van de warmtepomprelais niet
correct wordt ontvangen. Controleer of de
warmtepomprelais ingeschakeld is, en als dit de
storing niet verhelpt, neem dan contact op met uw
installateur.
Defecte thermostaat
De thermostaat is defect en moet worden
vervangen.
Geen netvoeding naar de thermostaat
Als na de initiële installatie het scherm van
de thermostaat leeg is, controleer dan of de
beschermfolie van de batterijen verwijderd is. Of
vervang de batterijen.
2.2.2 De kamertemperatuur instellen
Het scherm toont de huidige kamertemperatuur. De ingestelde
temperatuur kan worden veranderd door de instelring naar
rechts te draaien om de temperatuur te verhogen en naar
links te draaien om de temperatuur te verlagen. De ingestelde
temperatuur verandert in stappen van 0,5 ºC, aangegeven met
een 'klik' wanneer u aan de draaiknop draait.
45
PMML0410A rev.2 - 09/2016
2.1.1 Reset
Om de opgeslagen gegevens te resetten in de ATW-RTU-04,
houdt u de BIND-knop 15 seconden ingedrukt.
Na een wachttijd van vijf seconden schakelt het scherm terug in
de weergave van de huidige temperatuur. De thermostaat zal nu
proberen de ingestelde temperatuur zo goed als mogelijk aan te
houden. U kunt de ingestelde temperatuur controleren door de
instelring één klik naar links of rechts te draaien. De ingestelde
temperatuur is dan enkele seconden te zien en daarna schakelt
het scherm terug in weergave van de kamertemperatuur.
2.2.3 Reductie nachttemperatuur
We raden aan de temperatuur 's nachts en tijdens uw
afwezigheid op een lagere temperatuur in te stellen, om
energie te besparen. Over het algemeen wordt een reductie
van 5°C aangeraden, maar dit kan variëren afhankelijk van het
verwarmingssysteem en de isolatie van het gebouw.
2.2.4 Installatiemenu
De thermostaten voor enkelvoudige zones zijn voorzien van een
menu om de maximum- en minimumtemperatuur in te stellen.
De maximumtemperatuur waarop de thermostaat kan worden
ingesteld is 35 ºC en de minimumtemperatuur is 5 ºC.
0.1s
0.1s
0.1s
0.9s
0.9s