Bij besteloptie -I2 kan de procedure voor het aanleren van een nieuwe bediensleutel onbegrensd herhaald worden.
Bij het aanleren van een nieuwe bediensleutel wordt de op dat ogenblik actieve code ongeldig. Daarnaast
garandeert een vrijgaveblokkering van 10 minuten een verhoogde beveiliging tegen manipulatie. De groene LED
knippert tot de tijd van de vrijgaveblokkering verstreken is en de nieuwe bediensleutel gedetecteerd is. In geval van
een spanningsonderbreking tijdens het verstrijken van de tijd, begint de manipulatiebeveiligingstijd van 10 minuten
vanaf nul opnieuw te lopen.
6 Werkprincipes en diagnosefuncties
6.1 Aansturing van de magneet
De bistabiele veiligheidsvergrendeling wordt door het bedrijfsmatige zetten van het IN-signaal (= 24 V)
ontgrendeld. Als het IN-signaal niet wordt gezet (= 0 V), dan schakelt de veiligheidsvergrendeling over naar
vergrendelde toestand, mits de correcte bediensleutel in de veiligheidsvergrendeling is ingevoerd.
6.2 Werkingsprincipe van de veiligheidsuitgangen:
Bij de versie AZM 40Z leidt het ontgrendelen van de veiligheidsvergrendeling tot de uitschakeling van de
veiligheidsuitgangen. Zolang de bediensleutel in de veiligheidsvergrendeling AZM 40Z ingevoerd blijft, kan de
ontgrendelde beschermvoorziening opnieuw vergrendeld worden; in dat geval worden de veiligheidsuitgangen
opnieuw ingeschakeld.
De veiligheidsdeur hoeft daarbij niet geopend te worden.
Bij de variante AZM40B veroorzaakt het openen van de beschermvoorziening de uitschakeling van de
veiligheidsuitgangen.
Als de veiligheidsuitgangen reeds ingeschakeld zijn, leiden fouten die de veilige werking van de
veiligheidsvergrendeling niet onmiddellijk in gevaar brengen (bijvoorbeeld te hoge omgevingstemperatuur, externe
potentiaal aan de veiligheidsuitgang, dwarssluiting) tot een waarschuwing, het uitschakelen van de diagnose-
uitgang en de vertraagde uitschakeling van de veiligheidsuitgangen. De veiligheidsuitgangen schakelen uit als de
foutwaarschuwing 30 minuten actief is. Deze signaalcombinatie, diagnose-uitgang uitgeschakeld en
veiligheidsuitgangen nog altijd ingeschakeld, kan gebruikt worden om de machine op een gecontroleerde manier te
stoppen. Na het opheffen van de storing wordt de foutmelding gereset door de bijbehorende veiligheidsdeur te
openen.
6.3 Diagnose-LED's
Via een driekleurige LED worden status maar ook storingen van de veiligheidsvergrendeling weergegeven.
groen (power)
geel (status)
rood (fault)
De groene LED geeft aan dat de sensor bedrijfsklaar is. De voedingsspanning is aanwezig en alle
veiligheidsingangen zijn beschikbaar. Het knipperen (1 Hz) van de groene LED signaliseert het ontbreken van
spanning aan een of beide veiligheidsingangen (X1 en/of X2).
Voedingsspanning aanwezig
bedrijfstoestanden
Fout (zie tabel 2: foutmeldingen / impulscodes rode diagnose-LED)
21-27