Tabel 2: Foutmeldingen / Impulscodes rode diagnose-LED
Impulscodes (rood)
1 impuls
2 impulsen
3 impulsen
4 impulsen
5 impulsen
6 impulsen
7 impulsen
8 impulsen
Continu rood
7 Gebruik en onderhoud
7.1 Functietest
De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest worden. Hierbij moet vooraf het volgende
gegarandeerd zijn:
1. Intactheid van de kabelaansluitingen.
2. Eventuele schade aan de behuizing van de schakelaar.
3. Verwijdering van stof en vuil
7.2 Onderhoud
Bij een correcte installatie en doelmatig gebruik vereist de veiligheidscomponent geen onderhoud.
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief de volgende stappen:
1. De veiligheidsvergrendeling en bedien sleutel op juiste bevestiging controleren.
2. Controle van de max. afwijking van bediensleutel en veiligheidsvergrendeling en max. kantel- en draaihoek;
eventueel aanpassen via M4-zeskantschroeven.
3. Intactheid van de kabelaansluitingen.
4. Eventuele beschadiging van behuizing van de schakelaar en de bediensleutel controleren.
5. Verwijdering van stof en vuil
Benaming
Fout(waarschuwing) aan
uitgang Y1
Fout(waarschuwing) aan
uitgang Y2
Fout(waarschuwing)
dwarssluiting
Fout(waarschuwing)
temperatuur te hoog
Fout Bediensleutel
Interne fout
Fout bediensleutel van de
veiligheidsvergrendeling
Fout (-waarschuwing) spanning
te hoog/te laag
Interne fout
autonome
uitschakeling na
30 min
30 min
30 min
30 min
0 min
0 min
0 min
30 min
0 min
26-27
Foutoorzaak
Fout in uitgangstest of spanning
aan uitgang Y1, hoewel de
uitgang uitgeschakeld is
Fout in uitgangstest of spanning
aan uitgang Y2, hoewel de
uitgang uitgeschakeld is
Dwarssluiting tussen de
uitgangskabels of fout aan de
beide uitgangen
De temperatuurmeting toont
een te hoge interne
temperatuur
Foutieve of defecte
bediensleutel
Fout aan de stuuringangen
Vergrendelen/ontgrendelen
geblokkeerd / foutieve positie
hulpontgrendeling aan minstens
één van beide zijden
Voedingsspanning buiten
specificaties
Toestel defect