Apparaatonderdeel/
Reinigingsmiddel/-hulp
Oppervlak
Bedieningspaneel
Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Geen
glasreiniger of schraper gebruiken.
Ruiten van de deur
Glasreinigings- of schoonmaakmiddelen
met een zachte, vochtige doek of zeem
opbrengen; met een zachte doek nadro-
gen.
De binnenste deurruit van de apparaat-
deur heeft een coating die een lichte uit-
straling kan hebben.
Binnenruimte reinigen
Attentie!
Schade aan het oppervlak! Maak geen gebruik van speciaal
voor ovens bestemde schoonmaakmiddelen.
Aanwijzingen
Op het email kunnen om technische redenen kleurverschillen
■
te zien zijn. Dit heeft geen invloed op de werking.
De randen van dunne platen kunnen ruw zijn. De
■
bescherming tegen corrosie is echter gegarandeerd.
Apparaatonder-
Reinigingsmiddel/-hulp
deel
Emaillen vlakken
Schoonmaakmiddelen of azijnwater met
(glad oppervlak)
een zachte, vochtige doek of zeem
opbrengen; met een zachte doek nadro-
gen. Ingebrande voedselresten met een
vochtige doek en schoonmaakmiddel los-
weken. De binnenruimte na het schoon-
maken open laten om te drogen.
Bij sterke verontreiniging adviseren wij
het gebruik van een ovenreiniger. Bij het
schoonmaken met ovenreiniger dient u
zich te houden aan de opgaven van de
fabrikant.
Zelfreinigende
Houd u aan de aanwijzingen in het hoofd-
oppervlakken
stuk: Zelfreinigende oppervlakken
(ruw oppervlak)
Deurdichting
Warm zeepsop
Inhangroosters
Warm zeepsop:
laten weken en reinigen met een schoon-
maakdoekje of borstel.
Toebehoren
Weken in warm zeepsop. Met borstel en
spons schoonmaken of in de vaatwasma-
chine reinigen.
Vervuiling vermijden
Maak de binnenruimte na gebruik altijd schoon, omdat het vuil
bij later gebruik inbrandt en moeilijk kan worden verwijderd.
Verwijder kalk-, vet-, zetmeel- en eiwitvlekken altijd onmiddellijk.
Gebruik zo mogelijk de functie 2D Hetelucht 3. Bij deze functie
treedt minder vervuiling op
51