Maak de contramoer (42) voor de stelschroef (41) los.
Maak de vergrendeling voor de hellingshoek (25) los.
Justeer de stelschroef (41) door rechts- en
linksdraaiing, zo dat het zaagblad aan de 45° hoek
aansluit.
Trek de contramoer (42) voor de stelschroef (28) weer
vast.
Indien noodzakelijk, maak de schroef voor de wijzer
(27) los en verschuif hem zo ver, tot hij op "45" wijst.
Trek de schroef weer vast.
Diepte van het zaagblad justeren
U moet de maximale diepte van het zaagblad instellen
om te waarborgen, dat het zaagblad niet de
zaagbodem raakt.
Draai het zaagblad voorzichtig van hand, om te
waarborgen dat het zich vrij beweegt.
Druk de zaagkop naar beneden (transportpositie) en zeker
de zaagkop met de transportzekering (5).
De zaagbladdiepte is correct ingesteld, wanneer zich het
zaagblad ca. 5 mm onder de zaagtafel bevindt.
De juiste zaagbladdiepte kunt u op de volgende manier
instellen:
Maak de contramoer (33) voor de stelschroef (32) los.
Draait u de stelschroef (32) eruit, licht zich de
zaagkop op.
Draait u de stelschroef (32) erin, daalt zich de
zaagkop.
Trek de contramoer (33) voor de stelschroef (32) weer
vast.
Justeren van de laser
De laserstraal kan zich bv door trillingen verstellen. Controleer
vandaar vóór het zagen, of de laser de snijlijn correct weergeeft.
1. Stel de zaag zoals bij „rechte sneden" beschreven in.
2. Maak een proefsnede.
Schakel de laser in en vergelijk de laserlijn met de snijlijn.
Maak bij afwijkingen de schroeven (A) los en draai de
laserkop tot de laserstraal verticaal staat.
Werken met de zaag
Voor aanvang van de werkzaamheden dient u de
volgende punten in acht te nemen om de kans op
verwondingen zo laag mogelijk te houden.
Zaagblad ok?
Werkplek opgeruimd?
U mag de machine niet gebruiken voordat u deze gebruiks-
aanwijzing heeft gelezen, alle voorschriften heeft opgevolgd
en de machine als voorgeschreven heeft gemonteerd.
Let voor ieder zaagproces erop, dat de afkort- en
verstekzaag veilig staat.
Vóór veranderingen of instellingen aan de zaag (bv
zaagblad vervangen, werkstukaanslag instellen enz.)
toestel uitschakelen
Stilstand van het zaagblad afwachten
stroomtoevoer onderbreken
Houd in ieder geval rekening met alle vermelde
instructies in het hoofdstuk 'Reglementaire toepassing'
en
in
de
'Veiligheidsvoorschriften voor kap- en verstekzagen'.
De laser
Kijk nooit direct in de laserstraal.
Richt de laserstraal nooit op personen of objecten (behalve
het werkstuk).
Richt de laserstraal alleen op werkstukken met stompe
oppervlakte (hout of ruw gecoate vlakte).
Glanzende, reflecterende oppervlakken kunnen de
laserstraal op de gebruiker richten.
Schakel de laser alleen in, wanneer een werkstuk op de
draaitafel ligt.
Schakel de laserstraal na beëindiging van het werk weer
uit.
Afmetingen van het werkstuk
Minimale afmetingen
Rechte sneden
Versteksneden
Gebogen sneden
Dubbele versteksnede
Maximale afmetingen
Rechte sneden
Versteksneden
Gebogen sneden
Dubbele versteksnede
De trekvoorziening
De trekvoorziening kan voor alle snijsoorten (rechte sneden,
versteksneden, gebogen sneden en dubbele versteksneden)
worden ingezet.
Smalle werkstukken (45 - 90 mm breed):
Schuif de trekvoorziening naar achteren en trek de
vastzetschroef (6) vast aan.
Brede werkstukken
(90 - 330 mm breed):
Draai de borgschroef voor het trekapparaat los.
Maak voor werkbegin de transportzekering (5) los.
Rechte sneden
Indien noodzakelijk, maak de vergrendeling van de
hellingshoek (25) los en neig de zaagkop in de verticale
positie.
Trek de vergrendeling van de hellingshoek weer vast aan.
Druk het handvat voor de draaitafel (7) naar beneden en
zwenk de zaagkop in de 0°-positie.
bijgevoegde
brochure
lengte
breedte
90 mm
45 mm
135 mm
45 mm
90 mm
45 mm
135 mm
45 mm
breedte
hoogte
330 mm
100 mm
220 mm
100 mm
330 mm
55 mm
220 mm
55 mm
113