Bedienen van de oven
Oven in- en uitschakelen
Ovenfuncties
1. Zet de functiekiezer van de oven in de gewenste stand.
2. Zet de temperatuurkiezer op de gewenste temperatuur.
Het bedrijfscontrolelampje is aan zolang de oven in gebruik is.
Het temperatuurcontrolelampje is aan zolang de verwarming van de oven aan staat.
3. Om de oven uit te schakelen moet u de functiekiezer en de temperatuurkiezer van de
oven beide in de Uit stand zetten.
3
Koelventilator
Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld
blijft de ventilator nog verder lopen om het apparaat af te koelen en wordt dan automa-
tisch uitgeschakeld.
Bedrijfscontrolelampje
Bedienen van de oven
Temperatuurcontrolelampje
Temperatuurkeuze
7