10-4 MOTOR
Raadpleeg de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor
voor aanwijzingen met betrekking tot motoronderhoud.
Behandel de motorolie zoals aangegeven in de aparte
gebruiksaanwijzing voor de motor dat bij de grasmaaier is
geleverd.
Lees en volg de instructies zorgvuldig.
Onderhoud onder normale omstandigheden het luchtfilter
zoals aangegeven in de aparte gebruiksaanwijzing voor
de motor. Bij zeer stoffige omstandigheden moet het
steeds na enkele uren schoongemaakt worden. Slechte
motorprestaties en het verzuipen van de motor zijn
meestal aanwijzingen dat het luchtfilter onderhouden
moet worden.
Raadpleeg de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor
die bij de grasmaaier is geleverd, voor het onderhoud van
het luchtfilter.
Een keer per seizoen moet de bougie worden
schoongemaakt en de elektrodenafstand opnieuw worden
ingesteld. Het wordt aangeraden om aan het begin van
elk maaiseizoen de bougie te vervangen. Raadpleeg de
aparte gebruiksaanwijzing voor de motor voor het juiste
bougietype en specificatie van de elektrodenafstand.
Maak de motor regelmatig schoon met een doek of
borstel. Houd het koelsysteem (ventilatorbehuizing)
schoon om een goede luchtcirculatie te realiseren die
essentieel is voor het vermogen en de levensduur van de
motor. Zorg dat al het gras, vuil en brandbare rommel
rondom de geluiddemper is verwijderd.
11. OPBERGEN (BUITEN HET
SEIZOEN)
De volgende stappen moet u nemen om de grasmaaier
voor te bereiden om hem op te bergen.
1. Maak de brandstoftank leeg na de laatste maaibeurt
van een seizoen.
a) Maak de brandstoftank leeg met een zuigpomp.
LET OP: Tap de benzine niet af in een afgesloten
vertrek, in de buurt van open vuur, terwijl u rookt, enz.
Benzinedampen kunnen een explosie of brand
veroorzaken.
b) Start de motor en laat deze draaien tot alle
resterende benzine is opgebruikt en afslaat.
c) Verwijder de bougie. Gebruik een oliekannetje om
ongeveer 20 ml olie in de verbrandingskamer te
gieten. Bedien de starter zodat de olie in de
verbrandingskamer gelijkmatig wordt verdeeld.
Plaats de bougie terug.
2. Reinig en smeer de grasmaaier zorgvuldig zoals
hierboven beschreven onder "SMERING".
3. Smeer het maaimes licht in om roesten te voorkomen.
4. Berg de grasmaaier op in een droge, schone en
vorstvrije ruimte, buiten het bereik van onbevoegde
personen.
LET OP: De motor moet volledig afgekoeld zijn
voordat u de grasmaaier mag opbergen.
OPMERKING:
- Bij opbergen van elk gereedschap met een
verbrandingsmotor in een schuur die niet is
geventileerd of waar materialen worden opgeslagen,
- Moet u zorgen dat het gereedschap tegen roest
beschermd wordt. Smeer het gereedschap, met name
de snoeren en alle bewegende delen, met een lichte
olie of silicone.
- Pas op dat u de snoeren niet buigt of knikt.
- Als het startkoord is losgeschoten uit de koordgeleider
op de handgreep, moet u de bougiekabel losmaken en
aarden, de stophandgreep intrekken en het startkoord
langzaam uit de motor trekken.Schuif het startkoord in
de koordgeleider op de handgreep.
Vervoer
Schakel de motor uit en wacht tot de motor afgekoeld is.
Maak dan de bougiekabel los en leeg de brandstoftank
volgens de instructies in de gebruiksaanwijzing voor de
motor. Pas op dat het maaiblad niet wordt verbogen of
anderszins beschadigd wanneer u de grasmaaier over
obstakels heen duwt.
55