De maaihoogte verandert u door de maaihoogte-
instelhendel naar het wiel te duwen en omhoog of omlaag
te verplaatsen naar de gewenste maaihoogtestand.
Alle wielen staan ingesteld op dezelfde maaihoogte
(zie afb. 28).
8. ONDERHOUD
BOUGIE
Gebruik voor vervanging alleen originele bougies. Het
beste is om de bougie na 100 bedrijfsuren te vervangen.
REMSCHOENEN
Laat de motorremschoenen regelmatig door een
onderhoudsdienst controleren en/of vervangen; ter
vervanging kunnen alleen originele onderdelen worden
gebruikt.
9. SMERING
LET OP: MAAK DE BOUGIEKABEL LOS
VOORDAT U ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN GAAT
UITVOEREN.
1. WIELEN - Smeer de kogellagers in elk wiel minstens
een keer per seizoen met lichte olie.
2. MOTOR - Volg de aanwijzingen voor het smeren in de
gebruiksaanwijzing voor de motor op.
10. SCHOONMAKEN
LET OP: Spuit geen water op de motor. Water
kan schade toebrengen aan de motor en het
brandstofsysteem vervuilen.
1. Veeg het maaidek schoon met een droge doek.
2. Spuit de onderkant van het maaidek schoon nadat de
grasmaaier zodanig is gekanteld dat de bougie naar
boven is gericht.
10-1 MOTORLUCHTFILTER
LET OP: Zorg dat vuil of stof het schuimrubberen
filterelement niet kan verstoppen. Het
motorluchtfilterelement moet worden onderhouden
(schoongemaakt) na 25 uur normaal maaien. Het
schuimrubberen filterelement moet regelmatig
schoongemaakt worden wanneer de grasmaaier onder
droge en stoffige omstandigheden wordt gebruikt.
LUCHTFILTER SCHOONMAKEN
1. Til de lip van de filterkap op. (zie afb. 29)
2. Verwijder de filterkap.
3. Was het filterelement met water en zeep. GEBRUIK
GEEN BENZINE!
4. Droog het element in de open lucht.
5. Plaats een paar druppels SAE30-olie op het
schuimrubberen filterelement en knijp het stevig
samen om het overschot aan olie te verwijderen.
6. Plaats het filter terug.
7. Sluit het filterdeksel.
OPMERKING: Vervang het filter als het is gerafeld,
gescheurd of beschadigd, of als het niet meer kan
worden schoongemaakt.
10-2 MAAIMES
LET OP: Maak de bougiekabel los en aard deze
voordat u aan het maaimes gaat werken om per ongeluk
starten te voorkomen. Bescherm uw handen door
werkhandschoenen te dragen of een doek te gebruiken
als u het maaimes vastpakt. Kantel de grasmaaier zoals
aangegeven in de aparte gebruiksaanwijzing voor de
motor. Verwijder de zeskantbout en ring waarmee het
maaimes en bijbehorende adapter op de uitgaande as
van de motor zijn bevestigd. Verwijder het maaimes en de
adapter vanaf de uitgaande as van de motor.
WAARSCHUWING: Controleer regelmatig de
maaimesadapter op scheuren, vooral na het raken van
een vreemd voorwerp. Vervang indien nodig.
Voor het beste resultaat moet het maaimes scherp zijn.
Het maaimes kan weer scherp worden gemaakt door het
te verwijderen en de snijkant te slijpen of te vijlen, waarbij
de originele snijhoek zo goed mogelijk gehandhaafd moet
blijven. Het is uitermate belangrijk dat elke snijkant
evenveel wordt geslepen om te voorkomen dat het
maaimes in onbalans raakt. Een onjuiste balans van het
maaimes veroorzaakt sterke trillingen dat weer kan leiden
tot eventuele schade aan de motor en grasmaaier. Zorg
dat het maaimes zorgvuldig uitgebalanceerd wordt na het
slijpen. De balans van het maaimes kan worden
gecontroleerd door het op de ronde steel van een
schroevendraaier te balanceren. Verwijder een beetje
materiaal van het zwaardere gedeelte totdat de balans
weer is hersteld (zie afb. 30).
Voordat het maaimes en de adapter weer op de
grasmaaier gemonteerd worden, smeert u de uitgaande as
van de motor en de binnenkant van de maaimesadapter
met een lichte olie. Monteer de maaimesadapter op de
uitgaande as. Raadpleeg afb. 30. Monteer het maaimes
met het onderdeelnummer afgekeerd van de adapter. Leg
de ring op juiste wijze op het maaimes en steek de
zeskantbout erdoor. Draai de zeskantbout vast met een
draaikoppel, zoals hieronder aangegeven.
10-3 DRAAIKOPPEL VOOR MAAIMES
Draai de centrale bout aan met een koppel van 40 Nm tot
50 Nm om verzekerd te zijn van een veilige werking van
het gereedschap. ALLE moeren en bouten moeten
regelmatig nagekeken worden of ze nog goed vastzitten.
Na langdurig gebruik, vooral op ondergronden met veel
zand, zal het maaimes slijten en zijn oorspronkelijke vorm
verliezen. Het maaien gaat steeds slechter en het
maaimes moet worden vervangen. Vervang het alleen
met een maaimes dat door de fabriek is goedgekeurd. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor eventuele schade
die veroorzaakt wordt door de onbalans van het maaimes.
Bij vervanging van het maaimes moet u gebruikmaken
een origineel vervangingsonderdeel waarvan het nummer
is aangegeven op het maaimes (DOLMAR 263001171)
(het maaimes kunt u bestellen bij uw plaatselijke dealer of
door telefonisch contact op te nemen met ons bedrijf - zie
de kaft).
53