NEDERLANDS
Om de spanhefboom (55) vast te zet-
ten, deze omlaag drukken.
54
– Het aanslagprofiel (54) moet bij het
zagen met parallelaanslag parallel
ten opzichte van het zaagblad staan
en met de spanhefboom (55) ver-
grendeld zijn. Hiervoor de spanhef-
boom omlaag drukken.
– Kartelmoeren (56) voor het bevesti-
gen van het aanslagprofiel. Het aan-
slagprofiel kan na losdraaien van de
beide kartelmoeren (56) worden af-
genomen en omgezet:
56
Gebruik de lage kant als aandruk-
kant:
– om vlakke werkstukken te zagen;
– of als het zaagblad onder een
hoek staat.
Gebruik de hoge kant als aandruk-
kant:
– voor het zagen van hoge werk-
stukken (max. 87 mm).
6.5
Wijzer van de parallelaan-
slag afstellen
1. Parallelaanslag aan het zaagblad
uitrichten.
2. Schroef aan de wijzer van de paral-
lelaanslag losdraaien.
3. Wijzer op parallelaanslag en „O" op
schaalband in overeenstemming
brengen.
4. Schroef aan wijzer van de parallel-
aanslag weer vasttrekken.
48
3
Aanwijzing:
Om te voorkomen dat het werkstuk
klemt bij het zagen met de parallelaan-
slag:
55
parallelaanslag geheel naar rechts ver-
schuiven en vervolgens op de gewenste
zaagbreedte instellen.
3
Aanwijzing:
Parallelaanslag afstellen (indien ge-
wenst): De parallelaanslag moet even-
wijdig aan het zaagblad worden ge-
plaatst of zo worden ingesteld dat hij
max. 0,3 mm naar achteren opent. Dan
raakt het werkstuk niet beklemd tussen
de parallelaanslag en het zaagblad.
Voor het afstellen de 2 schroeven aan
de bovenkant van de parallelaanslag
losdraaien, daarna weer vastzetten.
6.6
Dwarsaanslag instellen
De dwarsaanslag (58) wordt van voren
in de groef in de zaagtafel geschoven.
Voor hoeksneden kan de dwarsaanslag
naar beide kanten 60° worden versteld.
Voor hoeksneden van 45° en 90° zijn
desbetreffende aanslagen voorhanden.
Voor het instellen van een hoek: klem-
hendel (57) door draaien tegen de wij-
zers van de klok in losmaken.
A
Verwondingsgevaar!
De klemhendel moet bij het zagen
met dwarsaanslag vastgetrokken
zijn.
Het voorzetprofiel kan door losmaken
van de kartelmoer (59) worden verscho-
ven of afgenomen.
6.7
Tafelverbreding instellen
De tafelverbreding breidt de steunvlakte
uit, zo dat ook grotere werkstukken vei-
lig worden gehouden.
A
De klemhendel moet bij het zagen
steeds vastgetrokken zijn.
Aflezen van de schaalband bij werk-
zaamheden met de parallelaanslag
Op welke schaal de snijbreedte wordt
afgelezen, hangt ervan af, hoe het aan-
slagprofiel aan de parallelaanslag is ge-
monteerd:
– hoge aanlegkant =
57
– lage aanlegkant =
59
58
Bij kleine snijbreedten wordt de tafelver-
bredering niet uitgetrokken. De snij-
breedte wordt op de schaal rechts op
de wijzer van de parallelaanslag afgele-
zen:
– hoge aanlegkant: snijbreedten van 0
– lage aanlegkant: snijbreedten van 0
Dienen grotere werkstukken te worden
gezaagd, moet de tafelverbredering
worden uitgetrokken.
1. Parallelaanslag verschuiven naar de
2. Tafelverbredering naar buiten trek-
Voor het instellen van de tafelver-
breding moet de spanhefboom (60)
worden losgemaakt.
Gevaar van letsel!
schaal met zwarte schrift op witte
achtergrond.
schaal met witte schrift op zwarte
achtergrond.
tot 35 cm mogelijk.
tot 29,5 cm mogelijk.
eindstand van de schaal.
ken en parallelaanslag op gewenste
afstand instellen. De snijbreedte
wordt op de linker schaal bij de wij-
zer van het schaalband afgelezen.
60