NL TRUXTA Elektromotor Onderhoud Diagnose
De machinebesturing detecteert een groot aantal fouten of storingen. De informatie over de diagnose kan worden afgelezen van de 3100R-display bij de brandstofmeter
waarop een foutcode in het formaat '' Err ## '' verschijnt.
Het onderstaande probleemoplossingsschema beschrijft de fouten en hun mogelijke oorzaken.
Wanneer er een fout gedetecteerd wordt, moet eerst het contact uitgezet en de E-stopknop ingedrukt worden. Trek vervolgens de E-stopknop uit en zet het contact weer
aan om te zien of de storing verholpen is.
Dit is de RESET-procedure. Als de foutcode niet verdwijnt na de RESET, zet u de contactschakelaar uit en verwijdert u de 35-pins connector. Controleer de connector op
correctie of schade, maak hem indien nodig schoon en plaats hem opnieuw. Als de fout nog steeds gedetecteerd wordt, moeten de bedrading en verbindingen op de
machine op breuken of losse verbindingen gecontroleerd worden. Gebruik de onderstaande tabel als referentie wanneer de bovenstaande controles uitgevoerd zijn.
LCD DISPLAY
Error code
PROGRAMMEERTOESTEL
1
Overstroom van
10
hoofdremaansturing
15
Hoofdstroom gedaald
17
Hoofdschakelaar AAN fout
Supervisor controleert
33
fouten
34
36
54
80
92
99
Snelle controle als er geen code verschijnt en de machine niet werkt:
1. Controleer de 10A-zekering in het bedieningspaneel. De zekering bevindt zich aan de rechterkant van het hoofdbedieningspaneel, draai tegenwijzerzin om de zekering
te ontgrendelen.
2. Controleer de hoofdzekering achter het achterste motorhuisdeksel & 100A-zekering . Open de achterklep die met 2x M6-schroeven bevestigd is, zorg ervoor dat de
klep tijdens dit proces ondersteund wordt. De hoofdzekering bevindt zich aan de linkerkant van de batterijbehuizing.
Wanneer u de zekeringen van 100A vervangt, moet u ervoor zorgen dat de positieve accukabel losgekoppeld is. Elektrisch onderhoud moet door een gekwalificeerd
persoon uitgevoerd worden.
Opladen van een AGM-batterij
Voor een zo lang mogelijke levensduur van uw AGM-batterij is het belangrijk dat
deze op de juiste manier wordt opgeladen. Zoals bij alle loodbatterijen leidt zowel
over- als onderladen van een AGM-batterij tot een kortere levensduur. De Truxta-
minidumpers zijn uitgerust met een SMART-boordlader die de batterij volledig
opgeladen houdt zonder dat dit tot overladen leidt.
De AGM-batterijen zijn onderhoudsvrij en hoeven niet te worden bijgevuld met
vloeistof.
Lees de volgende instructies:
Inspectie van het laadsysteem
Het netsnoer van de lader mag geen breuken of insnijdingen vertonen en de
wandcontactdoos moet schoon zijn en vrij van vuil.
De kabelconnectors van de boordlader moeten schoon zijn en goed aansluiten
op de batterijpolen om een goede verbinding te verzekeren.
Inspectie van de batterij
Controleer of de batterijkabels niet beschadigd zijn.
De connectors moeten vrij zijn van corrosie.
De DC-kabelpool- of oogconnectors zitten strak om vonkvorming te
voorkomen.
BESCHRIJVING
MOGELIJKE OORZAAK
motorspanning fout
1. Motorspanning stemt niet overeen met vraag van gasklep.
(hardware faalveilig)
2. Kortsluiting in motor of motorbedrading.
Kortsluiting of overbelasting van de regelaaraansturing. Vroege
regelaars werden opnieuw geprogrammeerd
1. Hoofdschakelaar gaat
Reinig de contactschakelaar
niet open.
1. Hoofdschakelaar sluit
niet.
Hoofdschakelaar defect gesloten, vervang magneetschakelaar
Als de fout zich bij een extern signaal voordoet, controleer dan
eerst dat signaal.
Als er geen probleem is met het extern signaal, wijst de
controlefout waarschijnlijk op een defecte interne regelaar.
1. Stroomsterkte externe voeding (gecombineerde stroom
externe belasting van de
gebruikt door +5V en +17V voeding) is hoger dan de hoogste
voeding buiten het
stroomgrens. 2. Stroomsterke externe voeding is lager dan de
toegestane stroombereik
laagste stroomgrens.
1. Kortsluiting in elektromagnetische sturing van rem.
Rem AAN fout
2. Spoel van elektromagnetische rem open.
1. Batterijspanning te laag.
voorlading fout
2. Kortsluiting op uitgangen tractiemotor.
HPD fout aanwezig > 10
1. Slecht afgestelde gasklep.
seconden
2. Potentiometer gasklep of mechanisme gasklep defect.
Motor Open
1. Tractiemotor niet aangesloten.
1. Batterijspanning < onderspanningsgrens
batterijspanning te laag
2. Batterij of regelaar slecht aangesloten.
ELEKTRISCHER TRUXTA – FEHLERDIAGNOSE UND -BEHEBUNG - NL
Richtlijnen voor het opladen
Laad batterijen volledig op nadat batterijen tot ¼ van vol op de batterijmeter
zijn ontladen. Het netsnoer van de boordlader moet op de netvoeding worden
aangesloten. Laat de batterijen zich volledig opladen en koppel ze pas los
wanneer ze volledig zijn opgeladen. Eenmaal volledig opgeladen zal de
ingebouwde SMART-batterijlader de status van volledig opgeladen batterij
handhaven.
Geef batterijen geen tussenladingen, d.w.z. als de batterijen pas tot ¾ van vol
op de batterijmeter zijn ontladen, is het niet nodig de lader op de netvoeding
aan te sluiten. Het wordt aanbevolen de dumper te gebruiken totdat de
batterijen tot ¼ van vol op de batterijmeter zijn ontladen, en dan een volledige
laadcyclus uit te voeren.
Laad ze op in een geventileerde ruimte, aangezien er gassen kunnen vrijkomen
via het overdrukventiel als de batterijen te lang worden overladen.
Laad nooit een batterij op als die bevroren is.
Ideale oplaadtemperaturen: 0 °C tot 40 °C (32°F tot 104°F)
Technical Bulletin
(see website)
TB10001
TB10010
TB10008
TB10004
11