Installatie
• De dakhelling van het montagevlak mag in rijrichting niet meer bedragen
dan:
– RTX1000: 8°
– RTX2000: 20°
• De meegeleverde montageonderdelen mogen bij de montage niet eigen-
machtig worden gewijzigd.
• De ventilatieopeningen mogen niet worden afgedekt (minimumafstand tot
andere aanbouwdelen: 100 mm).
• Neem bij de installatie van het systeem en bij de elektrische aansluiting de
richtlijnen van de voertuigfabrikant in acht.
I
INSTRUCTIE
Nadat u het systeem hebt geïnstalleerd, moeten de vastgelegde parameters
van de software van de installatie worden gecontroleerd (hoofdstuk
„Installatiesoftware configureren" op pagina 89).
6.2
Dakraam demonteren
Ga als volgt te werk (afb. 5):
➤ Verwijder alle schroeven en bevestigingen van het aanwezige dakraam.
➤ Dakraam verwijderen.
➤ Verwijder het afdichtingsmateriaal rond de opening zodat de ondergrond
schoon en vetvrij is.
I
INSTRUCTIE
Voer al het afvalmateriaal, inclusief lijm, silicone en afdichtingen gescheiden af.
Neem hierbij de plaatselijke afvoervoorschriften in acht.
6.3
Installatiebevestiging voorbereiden
➤ De 8 fabrieksboringen tot een diameter van 8,5 mmvergroten (afb. 6).
86
CoolAir RTX1000, RTX2000
NL