Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
i
Ingebruikname
i
Sensoren testen
Bij storingen van de sensoren worden foutmeldingen in plaats van waarden op het
display getoond. Lees daarover het Hoofdstuk „Foutmeldingen".
Lichtsensor testen
Het display van het licht bereikt men door de SET toets op het bedieningselement kort
in te drukken (zie Hoofdstuk „Display voor licht en windsnelheid"). De bovenste waarde
geeft de lichtsterkte in Kilolux (kLux) aan.
De lichtsensor bevindt zich onder het deksel van het weerstataion (mat glas). Indien er
niet genoeg licht is, verlicht dan het weerstation van boven met een sterke zaklantaarn
tot een waarde getoond wordt.
Windsensor testen
Het display van de windsnelheid bereikt men door de SET toets op het bedienings-
element kort in te drukken (zie Hoofdstuk „Display voor licht en windsnelheid"). De
onderste waarde geeft de snelheid in meters per seconde (m/s) aan. De sensorbuis
bevindt zich aan de onderzijde van het weerstation, vooraan. Indien men hierin blaast,
verandert de waarde op het display.
Opmerking: In de eerste 90 seconden (ongeveer) nadat het weerstation voedings-
spanning krijgt wordt de windwaarde niet correct weergegeven (b.v. nadat de stroom
uitgevallen is of bij ingebruikname).
220
U bevindt zich nu in de basisaf-
stelling. Ga zo verder als in
Hoofdstuk „1. Radiografische
verbinding naar het weerstation"
van de basisafstelling beschrev-
en wordt.
Test daarna de werking van
de sensoren (zie volgend
hoofdstuk).
NL
Advertenties
