i
Installatie van het weerstation en aansluiting van de aandrijving
Aanwijzingen over de installatie van het weerstation
Open het weerstation niet wanneer water (regen) in kan dringen: Een paar druppels
zijn genoeg om de elektronica te beschadigen. Let op de juiste aansluiting. Een foute
aansluiting kan tot de vernieling van het weerstation en de besturingselektronica lei-
den.
Bij de montage moet erop gelet worden dat de temperatuursensor (kleine bedradings-
plaat aan de onderzijde van het huis) niet beschadigd wordt. Ook de kabelverbinding
tussen de bedradingsplaat en de regensensor mag bij het aansluiten niet gescheurd
of geknikt worden.
i
Installatie van het bedieningselement
Het bedieningselement loopt op batterijen en communiceert per radiografische
verbinding met het weerstation.
Voorkom bij de keuze van een montageplaats direct zonlicht, daardoor wordt de meting
van de binnentemperatuur vervalst. De sensor daarvoor is in het onderste gedeelte
van het bedieningselement ingebouwd. Om dezelfde reden mag het bedieningselement
niet boven een verwarmingselement gemonteerd worden. Let er ook op dat geen directe
tocht van ramen of deuren de meetwaarden kan vervalsen.
Een relatieve luchtvochtigheid van 80% mag niet overschreden worden. Voorkom
dauwvorming.
i
Aanwijzingen over de zendsystemen
Let er bij de planning op dat voldoende radiografisch ontvangst gewaarborgd is. De
reikwijdte van radiografische besturingen wordt begrensd door de wettelijke bepalingen
voor zendsystemen en door de constructie van het gebouw (indien het radiografisch
signaal door muren en plafonds moet gaan).
Om de ontvangstkwaliteit niet te beïnvloeden dient een minimum afstand van 30 cm
tussen de zenders aangehouden te worden. Het bedieningselement evenals het
weerstation moeten daarom met voldoende afstand tot andere zenders aangebracht
worden. Sterke lokale zendsystemen (b.v. draadloze koptelefoons) die op dezelfde
frequentie (868,2 MHz) zenden kunnen de ontvangst storen. Bovendien mag het
bedieningselement niet in de directe omgeving van metalen oppervlakken geïnstalleerd
worden.
218
NL