Download Print deze pagina

Bosch BEA 070 Oorspronkelijke Gebruiksaanwijzing pagina 164

Rookgas-opaciteitmodule

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 158
nl
| 164 | BEA 070 | Bediening
4.3.2
BEA 070 configureren
Na de installatie van de BEA-software moet de appa-
raatinterface van BEA 070 worden ingesteld. BEA 070
kan via de USB-verbindingskabel of via Bluetooth met
PC/laptop worden verbonden.
1. "Start >> Alle programma's >> Bosch >> Diagnos-
tics >> Central Device Communication" kiezen
of met de linkermuisknop op " " in de taakbalk
klikken.
� CDC - Central Device Communication wordt geo-
pend.
2. "Instellingen >> Ingangen toestel" kiezen.
i
Met <F1> wordt de online-hulp geopend. Hier
wordt de belangrijkste informatie voor de interfa-
ce-instelling getoond.
3. BEA 070 in groep RTM configureren (USB of Blue-
tooth).
� BEA 070 is bedrijfsklaar.
4. SystemSoft BEA-PC starten.
4.4
Programmabeschrijving
i
De verdere beschrijving van de SystemSoft BEA-PC-
software staat vermeld in de online-hulp.
|
1 689 989 183
2022-10-24
4.5
Voorbereidende maatregelen
4.5.1
Voertuig
!
Veiligheidsinstructies in acht nemen!
R
De motor moet bedrijfswarm zin (conform de infor-
matie van de fabrikant).
R
De uitlaatpijp moet dicht zijn.
R
De motorinstellingen, zoals stationair toerental,
brandstofhoeveelheid en vollastaanslag moeten
voldoen aan de specificaties van de fabrikant.
4.5.2
BEA 070
i
De opwarmtijd van de BEA 070 is na het inscha-
kelen circa 3 minuten. Tijdens deze wachttijd is
uitlaatgasmeting niet mogelijk.
i
Voor het waarborgen van een genormeerde uit-
laatgasmeting mag de BEA 070 niet direct in de
uitlaatgasstroom (direct voor de uitlaat) worden
geplaatst. De uitlaatgasafnameslang mag niet zijn
geknikt!
1. Voor de meting moet de uitlaatgasafnamesonde en
de uitlaatgasafnameslang worden gecontroleerd op
beschadigingen en verstoppingen.
2. indien aanwezig, de slang voor de uitlaatgasretour
(speciale toebehoren) op de aansluiting (afb. 1,
pos. 10) van de BEA 070 aanbrengen en met de
afzuiginstallatie verbinden.
i
Om foutieve metingen te voorkomen, mag het
aanzuigvermogen van de afzuiginstallatie niet groter
zijn dan 20 m/s! Het uitlaatgas alleen via een afzui-
ginstallatie met trechter afzuigen.
3. Oliepeilstok in de motorbehuizing vervangen door
een olietemperatuursensor. Stel daarvoor de af-
dichtconus van de olietemperatuursensor in op de
insteeklengte van de oliepeilstok.
4. Breng de toerentalsensor aan en sluit deze aan.
5. Plaats de uitlaatgasafnamesonde pas na de op-
warmfase van de BEA 070 en na meerdere stoten
reinigingsgas van een bedrijfswarme motor in de
uitlaat.
Robert Bosch GmbH

Advertenties

loading