5 Bediening
▪ vanaf 10 uur in stappen van een uur, bijv. 18h.
De maximale timer-tijdsduur bedraagt 99h.
▸ Op de instelknop drukken om te bevestigen.
– De timer wordt gestart.
– Indien er geen gebruikswijze met ingestelde tijdsduur actief is, wordt de aflopende
restduur van de timer in het digitale display getoond.
– De sensortoets
– Indien het toestel zich vóór het instellen van de timer in een ander menu bevond,
bijv. gebruikswijzen: het menu resp. het daarin geselecteerde submenu wordt ge-
toond, bijv. een actieve gebruikswijze.
– Indien het toestel zich niet in een ander menu bevond: het display wordt zwart.
Controleren en wijzigen
▸ Tip de sensortoets
– In het display wordt de aflopende restduur aangegeven.
▸ Door aan de instelknop te draaien kan de tijdsduur verkort of verlengd worden.
▸ Bevestig de verkorting / verlenging.
Timer afgelopen
Na afloop van de ingestelde tijdsduur:
– klinkt er een geluidssignaal.
– vermeldt de display «timer afgelopen».
▸ Om de melding te sluiten kiest u
Timer voortijdig uitschakelen
▸ Tip de sensortoets
– In het display wordt de aflopende restduur aangegeven.
▸ Zet de timer op 0 door aan de instelknop te draaien en bevestig.
Of, indien de timer de enige actieve functie is:
▸ Raak de sensortoets
Of, indien het toestel moet worden uitgeschakeld:
▸ Raak de sensortoets
5.9
Einde bedrijf
Na afloop van de ingestelde tijdsduur of, als de kernthermometer wordt gebruikt, bij be-
reiken van de ingestelde doeltemperatuur.
– wordt de geselecteerde bedrijfsmodus automatisch beëindigd.
– klinkt een geluidssignaal.
– zijn er in het display drie keuzemogelijkheden te zien:
▪ kies
om een nieuwe bedrijfsmodus te selecteren
▪ kies
om de werking te verlengen
▪ kies
om het toestel uit te schakelen.
– wordt het toestel na 3 minuten zonder interactie automatisch uitgeschakeld.
U kunt de uitschakeltijd van het toestel naar wens aanpassen (zie pagina 32).
– Zo lang de temperatuur hoger is dan 80 °C staat op het display «
– Indien de kernthermometer is aangebracht, wordt de kerntemperatuur
aangegeven. *
20
brandt wit.
aan.
.
aan.
aan.
2 × aan.
restwarmte».