Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
All manuals and user guides at all-guides.com
i) Temperatuuralarm
Voor elk buitensensorkanaal (1, 2, 3) kan een temperatuurboven- en -ondergrens worden in-
gesteld, waarbij een geluidssignaal wordt uitgezonden bij het over- of onderschrijden.
Temperatuuralarm in-/uitschakelen
• Kies eerst met de toets „CHANNEL" het gewenste buitensensorkanaal.
• Druk kort op de toets „ALERT" om het temperatuuralarm in of uit te schakelen. Bij
ingeschakeld temperatuuralarm wordt het symbool „ " rechts naast de buitentem-
peratuur weergegeven.
Temperatuuralarm instellen
• Houd de toets „ALERT" langer dan 2 seconden ingedrukt en de temperatuurwaarde
voor de bovenste temperatuurgrens begint te knipperen. Bovendien knippert het
symbool „ ".
• Stel de bovenste temperatuurgrens in met de toetsen „UP" resp. „DOWN/DCF". Voor
een snelle instelling dient u de betreffende toets langer ingedrukt te houden.
Let op dat de ingestelde waarde voor de bovenste temperatuurgrens hoger moet zijn
dan de waarde voor de onderste temperatuurgrens. Haal beide waarden dus nooit
door elkaar.
• Als u kort op de toets „ALERT" drukt, dan knippert de temperatuurwaarde voor de
onderste temperatuurgrens. Bovendien knippert het symbool „ ".
• Stel de onderste temperatuurgrens in met de toetsen „UP" resp. „DOWN/DCF". Voor
een snelle instelling dient u de betreffende toets langer ingedrukt te houden.
• Druk kort op de toets „ALERT" om de instelmodus te verlaten.
Bij het overschrijden van de bovenste temperatuurgrens of bij het onderschrijden
van de onderste temperatuurgrens, geeft het weerstation een geluidssignaal weer.
Bovendien wordt het bijhorend kanaalnummer van de buitensensor weergegeven en
knippert het symbool „ " voor het temperatuuralarm.
80
Advertenties
