Bediening
5
Bediening
5.1
De AIS transponder gebruiken
Het apparaat is na configuratie meteen klaar voor gebruik. Als andere schepen met geïnstalleerde AIS-transponders zich binnen het
radiobereik van uw schip bevinden, zullen de details van deze schepen op uw kaartplotter of pc worden weergegeven. Deze schepen
kunnen ook uw schip op hun kaartplotter of pc zien. Het kan tot zes minuten duren voordat al uw scheepsgegevens zichtbaar zijn voor
anderen.
In de handleiding bij uw kaartplotter vindt u specifieke aanwijzingen om uw kaartplotter zo te configureren dat u gebruik kunt maken van
de functies van de AIS transponder. Als u kaartplottingsoftware op een pc gebruikt, raadpleegt u de instructies die bij de software zijn
meegeleverd voor meer informatie over het configureren van de software voor weergave van AIS-gegevens.
5.2
Schakelfuncties
Als u volgens de instructies in paragraaf 3.2 een externe schakelaar op de AIS transponder hebt aangesloten, kunt u de AIS
transponder in de 'stille modus' zetten. In de 'stille modus' wordt de positie van uw eigen schip niet langer uitgezonden, maar blijft u wel
de AIS-positie van andere schepen ontvangen. Gebruik de 'stille modus' als u niet wilt dat andere AIS-apparaten uw scheepsgegevens
ontvangen. Als de stille modus is geactiveerd, brandt de blauwe indicator.
Als de 'stille modus' actief is, kunnen andere schepen uw scheepsgegevens niet op hun AIS-apparaten ontvangen.
Uw navigatieveiligheid kan als gevolg hiervan afnemen.
5.3
proAIS2 gebruiken met de AIS transponder
De software proAIS2 biedt diverse functies waarmee u de prestaties van de AIS transponder kunt bewaken. De AIS transponder moet
volgens de instructies in paragraaf 3 zijn geïnstalleerd en op een pc met daarop de toepassing proAIS2 zijn aangesloten om gebruik te
kunnen maken van alle functies. Volg de instructies in het Help-menu van proAIS2.
Pagina 25