Routing
Uw internetprovider kan de setup van meerdere verbindingsdiensten toestaan. Het
volledige dataverkeer tussen uw lokale netwerk en het internet gebruikt standaard de
eerste verbindingsdienst (route). Na de setup van verschillende verbindingsdiensten
(S. 61) kunt u deze standaardroute wijzigen en overige routes instellen door het data-
verkeer aan andere verbindingsdiensten toe te wijzen. De criteria die bepalen welk data-
verkeer aan welke verbindingsdienst worden toegewezen, kunt u vastleggen in regels.
ì
Selecteer in het menu Geavanceerde instellingen: Internet – Routering
ì
Schakel Routering op basis van beleid voor uw draadloze netwerk in of uit.
ì
Kies het Beleidstype uit, d.w.z. hoe u de verschillende routes voor dataverkeer tus-
sen uw lokale netwerk en het internet wilt vastleggen:
– Kies Specificeer interface wanneer u routes voor clients in uw lokale netwerk
bepaalt afhankelijk van de gebruikte aansluiting van uw toestel (bijvoorbeeld
LAN-aansluiting of draadloze netwerkverbinding).
– Kies Geef IP-adres op,Geef IP-adresbereik op of Geef MAC-adres op om routes
voor clients te bepalen afhankelijk van hun IP-adres of hun MAC-adres.
Als u Geef MAC-adres op kiest, kunt u PC's uit de lijst met bekende clients selec-
teren.
ì
Klik op Verwijderen om een item te verwijderen.
ì
Klik op Toevoegen om een nieuwe vermelding met de ingevoerde gegevens of voor
de geselecteerde client te maken.
ì
Klik op OK om de wijzigingen op te slaan en toe te passen.
ì
Op de knop Annuleren klikken om de wijzigingen te annuleren.
Geavanceerde instellingen configureren
81