W o o r d e n l i j s t
Infrastructuur, werkingsmodus In de werkingsmodus Infrastructuur zijn twee soorten communicatie mogelijk: draadloze
PIN
PIN2
POP3
SIP
SSID
Streaming
UMTS
UPIN
USIM
USSD, opdracht
VoIP
VPN
WAP
WEP
WLAN
WPA
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
apparaten communiceren met elkaar via een toegangspunt voor een draadloos LAN-netwerk
of draadloze apparaten communiceren met een LAN-apparaat via een toegangspunt voor een
draadloos LAN-netwerk. Het voordeel van de werkingsmodus Infrastructuur is dat u meer
controle hebt over netwerkverbindingen omdat deze via een toegangspunt lopen. Een
draadloos apparaat heeft toegang tot dezelfde services die beschikbaar zijn in een regulier
bekabeld LAN-netwerk, waaronder de bedrijfsdatabase, e-mail, internet en overige
netwerkbronnen.
Persoonlijke IdentificatieNummer. Met de PIN-code wordt uw apparaat beveiligd tegen
onbevoegd gebruik. De PIN-code wordt bij de SIM-kaart geleverd. Als het PIN-codeverzoek is
geselecteerd, moet de code elke keer dat het apparaat wordt ingeschakeld, worden
opgegeven. De PIN-code moet uit 4 tot 8 cijfers bestaan.
De PIN2-code wordt bij sommige SIM-kaarten geleverd. De PIN2-code is nodig voor toegang
tot bepaalde functies die worden ondersteund door de SIM-kaart. De PIN2-code bestaat uit 4
tot 8 cijfers.
Post Office Protocol versie 3. Een algemeen mailprotocol dat kan worden gebruikt voor
toegang tot externe mailboxen.
Session Initiation Protocol. SIP wordt gebruikt voor het maken, wijzigen en beëindigen van
bepaalde typen communicatiesessies met een of meer deelnemers.
Service Set Identifier. SSID is de naam waarmee het specifieke draadloze LAN wordt
aangeduid.
Het afspelen van streaming-audio- en -videobestanden houdt in dat u deze bestanden
rechtstreeks van het web afspeelt zonder ze eerst naar uw apparaat te hoeven downloaden.
Universal Mobile Telecommunications System. UMTS is een 3G-systeem voor mobiele
communicatie. Afgezien van spraak- en dataoproepen kunnen via UMTS ook audio- en video-
oproepen worden verzonden naar draadloze apparaten.
Als u uw apparaat gebruikt in GSM- en UMTS-netwerken, kunnen er meerdere
gegevensverbindingen tegelijkertijd actief zijn en kunnen toegangspunten een
gegevensverbinding delen. In het UMTS-netwerk blijven gegevensverbindingen actief tijdens
spraakoproepen. Zo kunt u bijvoorbeeld sneller dan ooit op internet surfen terwijl u
tegelijkertijd een telefoongesprek voert.
PIN-code die wordt gebruikt in een UMTS-netwerk.
SIM-kaart die wordt gebruikt in een UMTS-netwerk.
Een serviceverzoek, zoals een verzoek om een toepassing te activeren of om verschillende
instellingen extern te configureren, dat u met het apparaat naar uw netwerkbeheerder of
serviceprovider kunt verzenden.
Voice over Internet Protocol. De VoIP-technologie is een reeks protocollen die oproepen via
een IP-netwerk, zoals internet, mogelijk maken.
Virtual Private Network. VPN zorgt voor een veilige verbinding met een compatibel intranet
en diensten zoals e-mail.
Wireless Application Protocol. WAP is een internationale standaard voor draadloze
communicatie.
Wired Equivalent Privacy. WEP is een coderingsmethode waarmee gegevens worden
gecodeerd vóór verzending over een WLAN.
Wireless Local Area Network. Er wordt een draadloze LAN-verbinding tot stand gebracht
wanneer u een gegevensverbinding maakt met een internettoegangspunt voor draadloze
LAN-netwerken. De actieve draadloze LAN-verbinding wordt verbroken wanneer u de
gegevensverbinding verbreekt.
Als u het apparaat naar een andere locatie verplaatst binnen het draadloze LAN-netwerk en
buiten bereik van een toegangspunt voor draadloze LAN-netwerken, kunt u met behulp van
de roamingfunctionaliteit automatisch verbinding maken met een ander toegangspunt
binnen hetzelfde netwerk. Zolang u binnen het bereik blijft van toegangspunten die tot
hetzelfde netwerk behoren, kan uw apparaat verbonden blijven met het netwerk.
Wi-Fi Protected Access. Beveiligingsmethode voor WLAN.
89