Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
3) Eindtest
!
De eindtest van de automatisering moet door vakbek-
waam en deskundig personeel uitgevoerd worden, dat ook
bepalen moet welke tests noodzakelijk zijn in functie van
de bestaande gevaren.
De eindtest is de belangrijkste fasen bij de aanleg van de automatisering.
Elk afzonderlijk onderdeel, bijvoorbeeld motoren, radio-ontvanger, nood-
stop, fotocellen en andere veiligheidsinrichtingen kunnen een specifieke
eindtestfase vragen; het is daarom raadzaam de procedures uit de des-
betreffende handleidingen met aanwijzingen zorgvuldig uit te voeren.
Voor de eindtest van de besturingseenheid POA1 dient u onderstaan-
de procedure uit te voeren (de volgorde heeft betrekking op de bestu-
ringseenheid POA1 met de vooraf ingestelde functies).
• Verifieer dat activering van de ingang STAP-VOOR-STAP een stap
is in de volgende reeks: Open, Stop,Sluit, Stop.
• Verifieer dat activering van de ingang AUX (functie gedeeltelijk ope-
nen Type 1) de reeks: Open, Stop,Sluit, Stop, alleen de motor van
de bovenste vleugel aanstuurt, terwijl de motor van de onderste
vleugel in gesloten stand blijft staan.
• Laat een openingsmanoeuvre van start gaan en controleer het volgende:
- bij het afdekken van FOTO zet de poort de openingsmanoeuvre voort.
- bij het afdekken van FOTO1 stopt de manoeuvre totdat FOTO1
weer vrij is, daarna wordt de openingsmanoeuvre voortgezet
- Indien FOTO2 geïnstalleerd is, moet de manoeuvre nadat deze inrichting
afgedekt is, stoppen en moet de poort naar gesloten stand teruglopen.
4) Diagnostiek
Het ledlampje Diagnose P2 signaleert eventuele storingen of onge-
wone gedragingen die door de besturingseenheid tijdens de
manoeuvre geconstateerd worden.
Het soort probleem wordt door een bepaald aantal knipperingen
aangegeven probleem en deze signalering blijft tot de volgende
manoeuvre actief. Hier volgt een samenvattingstabel:
5) Vooraf ingestelde functies
De besturingseenheid POA1 beschikt over enkele programmeerbare
functies. Na de zoekfase worden deze functies vooringesteld in een
bepaalde configuratie die voor het grootste deel van de automatiseringen
voldoende geschikt is. Deze functies kunnen op elk gewenst moment
gewijzigd worden, zowel voor als na de zoekfase via een speciale pro-
grammeringsprocedure (zie het hoofdstuk "Programmeerbare functies").
• Beweging motoren:
• Automatisch sluiten:
• Woonblok:
• Voorwaarschuwing:
6) Programmeerbare functies
Om de installatie zoveel mogelijk aan de eisen van de gebruiker aan
te passen en deze zo veilig mogelijk te maken in de verschillende
gebruikssituaties, kunt u met de besturingseenheid POA1 sommige
6.1) Rechtstreekse programmering
• Langzame / Snelle beweging
U kunt op elk gewenst moment (terwijl de motor stil staat) de snel-
heid van de poort kiezen door simpelweg op toets P3 te drukken
snel
actief
gedeactiveerd
gedeactiveerd
• Controleer of de motoren stoppen wanneer de vleugel de mecha-
nische eindstand in opening bereikt.
• Laat een sluitmanoeuvre van start gaan en verifieer het volgende:
- bij het afdekken van FOTO stopt de manoeuvre en volgt een ope-
ningsmanoeuvre.
- bij het afdekken van FOTO1 stopt de manoeuvre tot wanneer
FOTO1 weer vrij is waarna een openingsmanoeuvre volgt
- bij het afdekken van FOTO2 zet de poort de sluitmanoeuvre voort
• Controleer of de stopinrichtingen die op de STOP-ingang zijn aan-
gesloten elke lopende manoeuvre onderbreken
• Controleer dat het niveau van het systeem om obstakels te detec-
teren geschikt is voor de betreffende toepassing:
- Verhinder tijdens de manoeuvre, zowel de openings- als de sluitma-
noeuvre, de beweging van de vleugel door een obstakel te simule-
ren en verifieer dat de vleugel terugloopt alvorens de in de voor-
schriften voorziene kracht te overschrijden.
• Al naar gelang de op de ingangen aangesloten inrichtingen kunnen
er andere controles noodzakelijk zijn.
Als er bij 2 opeenvolgende manoeuvres in dezelfde richting een obstakel
wordt waargenomen, voert de besturingseenheid gedurende 1 enkele secon-
de een gedeeltelijke omkering in de richting van beide motoren uit. Bij de
daaropvolgende bedieningsopdracht gaan de vleugels weer open en de eer-
ste maal dat de stroommeting van beide motoren in werking treedt, wordt
beschouwd als een stop bij het openen. Ditzelfde vindt plaats wanneer de
stroomvoorziening van de elektriciteitsleiding weer hervat wordt:de eerste
bedieningsopdracht is altijd een opdracht voor het openen en het eerste
obstakel wordt altijd als een stop bij het openen beschouwd.
Aantal
Soort anomalie
Knipperingen led P2
1
Inwerkingtreding stroommeting van M1
2
Inwerkingtreding stroommeting van M2
3
Inwerkingtreding ingang STOP tijdens de manoeuvre
4
Fout Fototest
5
Overstroom uitgang SCA of elektrisch slot
• Terugloop na foto:
• Vertraging bij openen:
• Fototest:
• SCA/Elektrisch slot:
• Ingang STOP:
• Zware poorten:
• SCA proportioneel:
• Pauzeduur:
• Hulpingang:
• Gevoeligheid stroommeting: Graad 2
functies of parameters, evenals de functie van sommige ingangen en
uitgangen programmeren.
wanneer de besturingseenheid niet geprogrammeerd wordt. Wan-
neer het ledlampje P3 niet brandt, betekent dit dat de langzame
beweging is ingesteld, wanneer het brandt dat de snelle beweging
is ingesteld.
gedeactiveerd
niveau 2 (10%)
gedeactiveerd
SCA
type NC
gedeactiveerd
gedeactiveerd
20 seconden
gedeeltelijke opening Type 1 (activeert
alleen de motor van de bovenste vleugel)
NL
117
Advertenties
