3. INSTALLEREN EN AANSLUITEN PUBLIEK DOMEIN
3.5 Mechanische installatieprocedure
3.5.1 Sokkel voor montage op de grond
1.
Graaf een gat van circa 500 x 500 mm en 550 mm
diep en vlak horizontaal uit.
2.
De sokkel plaatsen en waterpas zetten.
3.
Plaats de meegeleverde wartels en snijtules op de
afdichtplaat. Plaats het geheel aan de onderkant van
het laadstation.
4.
Gebruik een aardelektrode of aardingspen, afhankelijk
van de lokale regelgeving.
3.5.2 De aardingkabel aansluiten
1.
Een voorziening aanbrengen in de vorm van een
hoofdaardrail rechts onderin het laadpunt om het
laadstation te aarden. (Dit geldt voor zowel een PE-
kabel als een aardingspen)
2.
Haal de aardingskabel, die uit de aardingspen steekt,
door de afdichtings-/bodemplaat. De aarddraad van de
geslagen aardelektrode wordt in een eigen mantelbuis
gelegd en mag dus niet door de meegeleverde
mantelbuis van de netbeheerder lopen.
Alfen ICU B.V. | Installatie- en gebruikershandleiding | Twin 4XL NL | EV-laadstations | V6.0 | NL | 08/2024 | 203130234-ICU
3.5.3 Het laadstation op de sokkel monteren
Figuur 3.2: Explosietekening van het laadstation dat op de sokkel moet
worden gemonteerd
1.
Monteer vier stangen met schroefdraad M10 x 80 mm
in de sockets op de basis.
2.
Plaats de afdichtings-/bodemplaat op de
draadstangen.
3.
Plaats het laadstation op de sokkel over de uiteinden
van de draden en over de stroomkabel en grondkabel.
4.
Bevestig het laadstation aan de sokkel zoals afgebeeld
in figuur met de meegeleverde 4 M10-moeren inclusief
sluit- en V-ringen.
5.
Bevestig het laadstation met 4 x tapbouten
M10 x 80 mm op de sokkel.
3.6 Elektrische installatie
1.
Sluit de aardingspen aan.
2.
De aardmantel/aarddraad van de netbeheerder
mag alleen na schriftelijke toestemming van de
netbeheerder als aardingsvoorziening worden gebruikt.
15