het apparaat (ook wel "Drie-fasen-laadstrategie"
genoemd) maakt een hernieuwd opladen van de
accu mogelijk tot bijna 100% van zijn capaciteit.
Bovendien kan de accu langdurige op de auto-
acculader blijven aangesloten om deze, zo
mogelijk, altijd in optimale toestand te houden.
Aansluiten
Haal voor het oplaad- en druppellaadproces,
bij een permanent in het voertuig aangesloten
accu, eerst de minpool-aansluitkabel (zwart)
van het voertuig af van de minpool van de
accu. De minpool van de accu is normaal
gesproken verbonden met de carrosserie van
het voertuig.
Haal vervolgens de pluspool-aansluitkabel
(rood) van het voertuig af van de pluspool
van de accu.
Sluit dan pas de "+" pool snelcontact-accuklem
5
(rood)
van de auto-acculader aan op de
"+" pool van de accu.
Sluit de "–" pool snelcontact-accuklem (zwart)
6
aan op de "–" pool van de accu. Sluit de
7
stroomkabel
van de auto-acculader aan op
het stopcontact.
Aanwijzing: als de klemmen correct zijn aan-
gesloten, verschijnt op het display de spanning en
begint de weergave "Connected" te branden. Bij
een verkeerde aansluiting toont het display 0.0 en
brandt de weergave "Connected" niet.
Verbinding verbreken
Verbreek de verbinding van het apparaat en
het stroomcircuit.
Haal de "–" pool snelcontact-accuklem (zwart)
6
af van de "–" pool van de accu.
Haal de "+" pool snelcontact-accuklem (rood)
5
af van de "+" pool van de accu.
Sluit de pluspool-aansluitkabel van het voertuig
weer aan op de pluspool van de accu.
Sluit de minpool-aansluitkabel van het voertuig
weer aan op de minpool van de accu.
All manuals and user guides at all-guides.com
Laadmodus selecteren
U kunt voor het laden van diverse accu's bij
verschillende omgevingstemperaturen uit diverse
laadmodi kiezen. In vergelijking met gangbare
auto-acculaders heeft dit apparaat een speciale
functie voor het hernieuwd gebruiken van een lege
batterij/accu. U kunt een volledig ontladen batterij/
accu weer opladen. Een bescherming tegen het
verkeerd aansluiten en tegen kortsluiting waarborgt
een veilig laadproces. Dankzij de ingebouwde
elektronica begint de auto-acculader niet direct
na het aansluiten van de accu te laden maar pas
dan, als u de laadmodus hebt geselecteerd.
Als de accuklemmen met de accu zijn verbonden
en het apparaat aan het stroomnet is aangesloten,
begint op de digitale weergave
"Connected" te branden. Nadat u de laadmodus
hebt gekozen, brandt de weergave "Charging".
Als het laadproces is afgerond, brandt de weer-
gave "Charged".
Wanneer het digitale display voortdurend brandt,
voordat de accu compleet is geladen, is er sprake
van een storing.
Toets Digital Display
van de digitale weergave van de spanning en de
laadvoortgang in procent (Battery %) mogelijk.
Gebruik deze toets om tussen de volgende weer-
gaven te wisselen:
–
–
–
Toets Battery Type
het type van de te laden accu in te stellen. Hier
Controleer in dit geval nogmaals, of de aan-
sluitklemmen
6
,
5
correct zijn aangesloten
op de accu en of het accutype correct werd
geselecteerd. Mocht het display nog steeds
voortdurend branden, is er wellicht sprake van
dat de accu defect is.
1
: maakt het wisselen
Accu %: geeft de laadvoortgang van
de aangesloten accu in procent weer.
Spanning: geeft de spanning van
de aangesloten accu weer.
Alternator %: uitgangsvermogen in procent.
2
: gebruik deze toets om
Bediening
8
de weergave
NL 35